Stilleven met rozen, 1651
Margaretha de Heer (1603-1665)
17,8 x 26,8 cm, waterverf op perkament

Margareta de Heer

Dit gedetailleerde aquarel is vervaardigd door de Friese kunstenares Margareta de Heer (Leeuwarden, ca. 1600 – 1658). Margareta was één van de weinige vrouwen in de zeventiende eeuw die koos voor een carrière als professioneel kunstenares. Het opbloeiende kunstklimaat van de zeventiende eeuw, haar familie en haar persoonlijke ambities zullen de voornaamste drijfveren van Margareta geweest zijn om het kunstenaars pad op te gaan. Haar vader Arjen Willems was namelijk glasschilder, haar broer Gerrit graveur en tekenaar en haar neef glasschrijver. Van de vijf dochters, koos alleen Margareta voor een kunstcarrière in de door mannen gedomineerde kunstwereld. Dit zal geen makkelijke keuze geweest zijn.

Vrouwelijke beperkingen

In de zeventiende-eeuw werden vrouwen uit de middel-klasse niet aangemoedigd te werken. Ze moesten trouwen, kinderen baren en voor het huishouden zorgen. Door deze sociale verwachtingen was het nastreven van een professionele kunstcarrière voor een vrouw lastig. Het eerste probleem waarmee vrouwen geconfronteerd werden, was toegang tot training: ze waren namelijk uitgesloten van gildes en academies. Dit betekende tevens dat ze geen toegang hadden tot het naaktmodel, waardoor ze vaak ‘lage’ kunst maakte, zoals stillevens. Zonder de studie van het menselijke lichaam konden ze zich namelijk moeilijk wijden aan het populairste, meest gerespecteerde schildergenre: ‘het historiestuk’, waar scènes uit de Bijbel, mythologie en de literatuur of geschiedenis worden getoond. Dochters van kunstenaars konden echter thuis training krijgen en zo werden de institutionele beperkingen vermeden. Ook al is er geen bewijs voor is het waarschijnlijk dat Margareta thuis van haar vader een kunstopleiding kreeg.

Bovendien hadden vrouwen weinig bewegingsvrijheid; juridisch gezien waren vrouwen handelingsonbekwaam. Vrouwen stonden hierdoor onder voogdij van de man. Dit maakte het zelfstandig kopen van goederen, zoals een eigen atelier en kunstspullen, niet mogelijk. Artistieke vrouwen trouwden daarom vaak met een andere kunstenaar, omdat de man makkelijker een eigen atelier kon opzetten. Ook Margareta trouwde in 1628 met een kunstenaar: schilder Andries Pietersz. Nijhof. Helaas is er van zijn werk niets overgeleverd.

Judith Leyster, Rachel Ruysch en Clara Peeters, zijn voorbeelden van het kleine aantal kunstenaressen die deze restricties overwonnen. Maar zelfs een deel van deze groep volgden vaak toch het verwachte sociale patroon en gaven de kunsten op nadat ze trouwde. Margareta bleef echter na haar huwelijk nog steeds kunst maken.

Onzichtbare amateurs

Afgelopen jaren is er meer onderzoek gedaan naar de rol van de vrouw in de zeventiende-eeuw, waardoor er meer bekend is over vrouwelijke zeventiende-eeuwse kunst. Zo is er ontdekt dat er relatief veel vrouwelijke ‘amateurs’ waren die kunst maakte. Echter zijn deze zeventiende-eeuwse vrouwen moeilijk te traceren in de archieven, omdat ze onder de naam van hun echtgenoot staan. We kunnen ons afvragen hoeveel we nog niet weten.

Oeuvre

Margareta experimenteerde met verschillende media, waardoor haar werk thematisch veelzijdig is. Haar oeuvre bevat werken met vogels in boerenlandschappen, zeelandschappen, stillevens met bloemen en klein gedierte, en zelfs Bijbelse en mythologische onderwerpen. Haar voorkeur ging duidelijk uit naar stillevens. We kennen haar oeuvre echter maar gedeeltelijk, want er is geen werk van Margareta voor 1644 bekend. Hierdoor kan er niets gezegd worden over de mogelijke invloeden op Margareta’s kunst, naast dat zij opgroeide in een artistieke familie. Ook is het niet duidelijk voor wie zij deze kunst maakte.

Lofdichten

Margareta’s talent bleef niet ongekend. Er zijn meerdere lofdichten uit haar tijd toegewijd aan haar kunsten. Er werd gedicht over hoe de toeschouwer zich naar buiten zou wanen bij het zien van haar realistische werk. Ook dichter Hieronymus Sweerts schreef over haar talent: ‘Sij vlecht feston en krans so cierlik dat geen’ oogen zich daar aan zat en zien’

Het was ongebruikelijk dat vrouwen een carrière in de kunst hadden, hierdoor werden hun artistieke prestaties beschouwd als iets abnormaals en werden de kunstwerken nooit los gezien van hun sekse. Als een vrouw een goed kunstwerk had gemaakt, werd zij gecomplimenteerd dat ze kon schilderen of tekenen ‘als een man’. Opvallend is dat Margareta’s tijdgenoten niet veel ingingen op haar ‘vrouw zijnde’. Margareta had dus een plek veroverd in de mannelijke kunstwereld en werd gerespecteerd voor haar kunsttalent, ongeacht haar geslacht.

Dichter bij de natuur

Door het opvallende realisme van Stilleven met Rozen, komt deze tekening sterk gedocumenteerd over. Met welke intentie heeft Margareta dit werk heeft gemaakt? Bekeek zij de natuur vanuit een wetenschappelijk perspectief, of is het symbolisch bedoeld? In de zeventiende eeuw werd het observeren van de natuur beschouwd als een manier om God te eren. Tevens groeide er interesse voor de natuurwetenschappelijke benadering. Zo kwamen in het jaar 1600 microscopen in gebruik en nam de belangstelling voor realisme en de wetenschappelijke illustratie toe.

Deze tekening zit in het thema Vakwerk