Links: Portret van Johanna Eugenia Theodora Schouwenburg (1853-1950), 1887
Thérèse Schwartze (1851-1918)
63,0 x 47,5 cm, pastel op papier


Rechts: Portret van Lucien Gerard (1888-1970) en Catharina Elisabeth van Hoorn (1891-1970), ca. 1895
Thérèse Schwartze (1851-1918)
64 x 56,5 cm, pastel op papier

Professionele kunstenares

Schwartze heeft gedurende haar leven een gerespecteerde maatschappelijke positie verworven en zat nooit om opdrachten verlegen. Dit was grotendeels te danken aan de opleiding door haar vader, die eveneens bekend portrettist was. Hij heeft haar opgeleid met als doel kostwinner te worden voor haar familie, wat destijds verre van vanzelfsprekend was. In de negentiende eeuw was het taboe voor een welgestelde vrouw om voor haar eigen geld te werken. Toch nam Schwartze met succes het atelier van haar vader over. Het kunstenaarschap was voor haar dan ook vooral een zakelijke onderneming. Het grootste deel van haar werk werd in opdracht gemaakt, met een vooraf besproken prijs. Haar werk was duur, maar haar rijke klanten betaalden er goed voor. Zo wist ze met de verkoop van haar werk een miljoenenomzet te halen.

Rijke burgers geportretteerd

Eén van de welgestelde dames die zij vereeuwigd heeft is Johanna Eugenia Theodora Schouwenburg. In 1887 maakte Schwartze ter gelegenheid van het huwelijk van Schouwenburg en Pieter Theodorus van Hoorn een verfijnde pasteltekening van haar in luxueuze kleding. Waarschijnlijk draagt zij hier nochtans niet haar trouwjurk. Sinds het begin van de negentiende eeuw was wit dé kleur voor trouwjurken geworden. Ook werd er vaak oranjebloesem verwerkt in de outfit. Dit is in de roze-kleurige outfit van Schouwenburg echter niet te herkennen.  

Een aantal jaar later was Schouwenburg moeder geworden van twee kinderen, Lucien Gerard en Catharina Elisabeth van Hoorn, die zij ook door Thérèse Schwartze liet vastleggen. De achtergrondkleur van het portret van de kinderen verschilt sterk van die van het portret van hun moeder. Toch is er geprobeerd om de twee portretten passend te maken bij elkaar. Zo werd de pasteltekening van de kinderen uitgevoerd in een vergelijkbaar fors formaat en ingelijst in eenzelfde soort gouden lijst. Op die manier werd de verbintenis tussen moeder en kinderen benadrukt.

Pastelkrijt

In de portretten van Johanna Schouwenburg en haar kinderen heeft Schwartze gebruik gemaakt van pastelkrijt. Nadat Schwartze op eenzelfde manier leden van de koninklijke familie geportretteerd had, werden haar pasteltekeningen erg populair. De rijke burgerij wilde zichzelf en hun kinderen vanaf dat moment ook vorstelijk in pastel vereeuwigd zien. Voor een schouderstuk zoals die van Schouwenburg en haar kinderen moest er tussen de fl. 1000,- en fl. 2000,- betaald worden, wat vandaag de dag overeenkomt met zo’n €13.000 tot €25.000,-.

Detail oorbel portret Johanna Eugenia Theodora Schouwenburg.

Kenmerkend voor Schwartze is de lichte toon en losse manier waarop ze het krijt hanteert. De achtergrond en kleding zijn met losse toetsen opgebracht, wat een mooi contrast vormt met de meer precies uitgewerkte gezichten. Een voordeel van pastelkrijt is dat ze er snel mee kon werken, wat ideaal was bij het portretteren van kinderen. Met pastelkrijt wist zij tevens ongekend mooie effecten te bereiken in de stoffen van de luxueuze vrouwen- en kinderkleding. Kijk bijvoorbeeld ook eens naar de oorbel van Schouwenburg. Het bestaat uit niet meer dan enkele streepjes krijt, en toch zien we duidelijk een glimmend sieraad.

Gender- en modenormen

Was het je al opgevallen dat het oudste kind, rechts afgebeeld, een jongen is? Door de gender- en de daaraan verbonden modenormen associëren we lang haar vaak met meisjes. In de negentiende eeuw was dit verschil niet zo eenduidig. Broer en zus dragen zelfs nagenoeg hetzelfde kapsel.

Opvallend is ook dat Schouwenburg een knijpbril draagt, die destijds erg populair was. Vooral mannen droegen toen een bril om hun intellectuele uitstraling te verhogen. Probeerde ook Schouwenburg hiermee te tonen dat zij intellectueel was? Opmerkelijk is wel dat ook Schwartze zichzelf vaak vastgelegd heeft met eenzelfde soort bril in haar zelfportretten.

Zelfportret met zwarte hoed en bril, 1917
Thérèse Schwartze (1851-1918)
55,1 x 47,4 cm. Pastel op papier
Rijksmuseum Amsterdam

Mode en status

Karakteristiek voor Schwartze was het smaakvol neerzetten van met name haar vrouwelijke klantenkring. Het karakter van de geportretteerde kwam vaak uitstekend naar voren, met name door de juiste kleding en houding. Schouwenburg komt naar voren als een modieuze vrouw. Zo volgt ze in haar haardracht de laatste mode – de destijds populaire korte pony. Ook maakt haar kleding en die van haar kinderen in één klap duidelijk dat zij uit de betere kringen van de samenleving komen. De kostbaarheid van de kleding blijkt uit de luxueuze stoffen waarvan ze gemaakt zijn. Het dragen van modekleding was dan ook een echt privilege. Daarnaast kan een portret van Schwartze in zekere zin ook als statussymbool gezien worden. Alleen de elite kon het zich permitteren de prijs te betalen om hun goede smaak en rijkdom te laten vereeuwigen door de beroemdste portrettiste van Nederland. We kunnen ons hierbij afvragen of we mode vandaag de dag niet nog steeds gebruiken als statussymbool of om iets over jezelf uit te drukken.

Deze tekening zit in het thema Moederschap