Tijdens het gesprek op de brug bij het standbeeld van Multatuli wordt meteen al duidelijk hoe belangrijk het gebouw is voor Sara. Ze groeide namelijk op in de buurt. Ze wijst naar een wit huis aan de andere kant van de brug, bijna tegenover het P.C. Hoofthuis. "Daar woonde een vriendin van mij en kwam ik vaak op bezoek."

Nu woont Sara in de Bijlmer, maar ze bezoekt nog regelmatig het P.C. Hoofthuis als studente. ("Dat is best ver fietsen") Zij doet een bachelor Engelse literatuur en heeft als lid van de studentenraad een kantoor in het gebouw. Ze vertelt met enthousiasme over het gebouw, dat speciaal voor de Universiteit van Amsterdam was ontworpen door de architect Theo Bosch. "Hij deed het volgens de principes van het onderwijs in die tijd. De trappen zijn erg smal, om gesprekken tussen mensen aan te moedigen. De ruimtes waren oorspronkelijk zo open mogelijk ingericht zodat zelfs de conciërge mee kon luisteren." Maar het gebouw had ook zijn eigen nadelen. "De open ruimtes zorgden voor zo veel geluidsoverlast dat ze besloten om glazen muren te installeren. Het dakterras was oorspronkelijk open voor iedereen, maar werd gesloten toen de omwonenden klaagden over de rokende studenten. Zij gooiden namelijk de peuken naar beneden." Sara haalt haar schouders op: "Toen klaagden de studenten dat de universiteit ook vuilnisbakken had kunnen neerzetten in plaats van het dakterras te sluiten."

Op de vraag of het P.C. Hoofthuis typisch Amsterdams is, moet Sara even nadenken. "De golvende gevels van het P.C. Hoofthuis zijn een poging van Bosch om het gebouw een beetje te laten passen bij de huizen. Toch vind ik het feit dat zo’n opvallend gebouw willekeurig is geplaatst tussen de grachtenpanden wel typisch Amsterdams."