In 1578 zweert Amsterdam het katholicisme af en daarmee de trouw aan koning Filips ii in Madrid. Het is de tijd van de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648). Amsterdam is de laatste Hollandse stad die zich aansluit bij Willem van Oranje in de opstand tegen de Spaanse overheersing van de Nederlanden. In een ‘fluwelen’ revolutie grijpen de Amsterdamse protestanten de macht. De afgezette stadsbestuurders krijgen een vrijgeleide per boot en worden netjes ‘aan de dijk gezet’.
Toch verloopt de ‘Alteratie’, zoals deze machtswisseling is gaan heten, niet helemaal zonder geweld. Daarvan zijn verminkte altaarstukken en katholieke beelden de stille getuigen.

Verder naar het zuiden duurt de oorlog voort. In 1585 valt Antwerpen in Spaanse handen. Wanneer de Hollanders de rivier de Schelde afsluiten verliest de stad haar verbinding met de zee. Schepen, mensen en kapitaal trekken massaal vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar het noorden. Amsterdam wordt het economische middelpunt van de gloednieuwe Republiek der Verenigde Nederlanden.

Amsterdam in vogelvlucht ca. 1652-1655

Amsterdam in vogelvlucht ca. 1652-1655

Kleine stad van grote hoogte
Vanuit de lucht kijken we neer op Amsterdam, omstreeks 1540. De kleine, ommuurde stad ligt middenin het polderland. De rivier de Amstel stroomt door de stad en mondt uit in het IJ, de haven. Midden in beeld ligt de Dam met het oude Stadhuis en rechts de Nieuwe Kerk. Aan deze vogelvlucht voegde de schilder het spectaculaire effect van overdrijvende wolken toe.

 

Gedeelte van een piëta, ca. 1450. Maker onbekend.

Gedeelte van een piëta, ca. 1450. Maker onbekend.

Onschuldig slachtoffer
Bij opgravingen in 1984 is dit beeld gevonden. Het is een Piëta: een beeld van de rouwende Maria met haar gestorven zoon Jezus Christus op schoot. Het beeld stond in een kapel van het Sint Geertruidenklooster, bedoeld om bij te bidden.
Het beeld is waarschijnlijk beschadigd tijdens de opstand van 1578. De gezichten van Maria en Jezus zijn weggebeiteld.