Janine’s favoriete plek in Amsterdam is haar voortuin. Of ja, eigenlijk is het niet háár voortuin. Het is het tuintje van de benedenwoningen en Janine woont boven. Janine wilde ooit een bank weggooien en toen had ze de bank even op de stoep gezet. De bank is vervolgens nooit meer weggehaald en staat er nu al heel wat jaren - nu met bijpassende oranje kussens. Janine’s buurmeisjes bespraken op het schoolplein van de kleuterklas al of ze die middag “op het bankje van Janine” gingen zitten. “Ben jij ook op het bankje?” vroegen ze aan Janine zelf. Nog steeds bellen de nu 10-jarige meisjes aan om te vragen of Janine naar beneden komt. Zelfgemaakte schilderwerkjes van de meisjes hangen aan de muur. “De tuin gaat de wereld over”, vertelt Janine.

Janine vertelt ook over hoe Noord verandert. Ze merkt een verschil tussen de oude en nieuwe Noordelingen. “Oude Noordelingen zijn recht voor hun raap,” zegt ze. Nieuwe Noordelingen praten anders, draaien meer om de zaken heen. Janine vertelt dat veranderingen in golven gaan en dat de buurt altijd al in beweging is geweest, maar het stoort haar op dit moment wel.

De hele buurt komt samen rondom het tuintje van Janine. Ze koken voor elkaar, helpen elkaar in noodsituaties en delen samen hun zorg voor de wijk. Er wordt lief en leed gedeeld. Zo zorgen de mensen om het pleintje voor elkaar. In de appgroep “Vogelburinnen” voor vrouwen uit de Vogelbuurt zitten wel honderdvijftig vrouwen. Op dit moment wordt er door de vrouwen geld ingezameld voor struikelstenen ter nagedachtenis van Joodse buurtbewoners die zijn omgekomen tijdens de Holocaust. Er woonden veel Joodse mensen in Noord, maar er zijn nog weinig struikelstenen in het gehele stadsdeel. Binnen 24 uur is er al genoeg geld verzameld. De bedragen hoeven niet groot te zijn als je met veel bent. Janine zegt krachtig: “wij doen het gewoon.” Ze benoemt ook dat dat is hoe je je weer krachtig kan voelen. En zo is het, in de Vogelbuurt doen ze het gewoon.