De Gouden Eeuw is met het Rampjaar 1672 in feite achter de rug. Van een land dat voorop loopt, komt het langdurig in de rol van volger en kortstondig in de rol van achterblijver. Ondanks het feit dat het tot op de dag van vandaag best goed gaat met Nederland, kijken latere generaties vaak met enige jaloezie terug op de Gouden Eeuw.

Bij het terugkijken zien wij dat er verschillende brillen worden opgezet, afhankelijk van de behoefte van de tijd. In de 19de eeuw wordt Nederland een nationale staat. Daarbij past nationale trots en een nationale geschiedenis met roemrijke overwinningen en echte helden: zie de Galerij De Vos. Ook in het onderwijs staat geschiedenis omstreeks 1900 in dienst van goed Vaderlanderschap: de schoolplaten van Isings creëren een romantisch beeld van de Gouden Eeuw. Buitenlanders en Nederlanders gaan het pittoreske en de schoonheid van molens, dijken en schilders koesteren. In de 20ste eeuw komt er meer aandacht voor de zwarte bladzijden.

Welke betekenis heeft de Gouden Eeuw voor ons? Zit het in het Nederlandse DNA? Inspireert dat verleden? Was het een geslaagde proeftuin?

Lingelbach

Lingelbach