125 jaar Carré

De wortels van Carré liggen in het reizende circus, waar acrobatische trucs met paarden gewaardeerd werden door zowel de aristocratie als het gewone volk. Oscar Carré werd beroemd met zijn hoogstandje de ‘Hochstand’, het synchroon laten steigeren van eerst 8 en later maar liefst 14 paarden. Het succes van zijn circus werd in 1870 beloond, toen Oscar Carré optrad voor Willem III en hij het predicaat ‘koninklijk’ aan zijn circus mocht toevoegen. De volgende stap was het realiseren van een vaste vestigingsplaats. In 1879 kocht Oscar Carré een stuk land aan de Binnen-Amstel en zette er een kiosk neer. In deze houten tent werd de piste feeëriek verlicht met gaslampen en het publiek rookte er rustig op los. Reden genoeg om in 1882 te worden gesloten wegens brandgevaar. Vijf jaar later opende het stenen circustheater zijn deuren.

Dat Carré nog steeds bestaat heeft alles te maken met de keuze om naast de ronde piste, uitermate geschikt voor het laten draven van paarden, ook een podium neer te zetten. Toen begin 20ste eeuw het circus uit de mode raakte en het variété en de revue opkwamen, konden deze terecht op het podium. Zo kon Carré meegaan met de ontwikkelingen in de vermaakindustrie en verschillende vormen van vermaak blijven bieden aan alle lagen van de bevolking. De acrobates op paarden werden in de jaren '30 van de 20ste eeuw verruild voor revuemeisjes op een stalen ros. Waar het circustheater in de begintijd plaats bood aan de komische intermezzo’s van August de Domme, is Carré nu uitgegroeid tot het belangrijkste podium voor Nederlandse cabaretiers. Met het jaarlijkse Wereldkerst Circus draven er weer paarden in de piste en zijn er wilde dieren te bewonderen in de stallen achter Carré. Net als 125 jaar geleden.