Tom Philippus is een ‘echte’, zoals ze tegenwoordig maar schaars zijn. Een échte Amsterdammer. Geboren in de Pijp en kind van vele generaties Amsterdammers voor hem. Tom is trots op Amsterdam, en op het feit dat hij Amsterdammer is. “Als je me vraagt voel je je Nederlander, dan denk ik nou niet zo, maar ik voel me wel Amsterdammer”. De liefde voor de stad is groot, de liefde voor de Pijp reikt nog verder. Ik vraag Tom of hij ooit ergens anders heeft gewoond: “Ik heb ooit een uitstapje gemaakt naar Zuidoost, maar ik dacht snel weer terug naar de Pijp!”
Tom is 66 en werkt al 40 jaar in het atelier waarin ik aan mijn Douwe-Egberts kopje nip. Hij is glazenier, zoals je dat met een mooi woord zegt. Hij heeft het vak geleerd van zijn vader die vroeger ook een Glas-in-loodzetterij had voor religieuze kunsten. Tom wist van kinds af aan al dat hij gelukkig werd van het ambacht. “Als klein jongetje mocht ik al mee met mijn vader naar het atelier. De geur van mijn vaders bedrijf zit nu nog in mijn herinnering.”
Liefdevol vertelt Tom over het vakmanschap. Ik proef de passie in zijn woorden. “Het werken met je handen is fantastisch en het brengt me op geweldige plekken. Ik kom van het Rijkmuseum tot aan de hoerenhuizen”. Tom heeft zelfs een tijd in het paleis op de Dam gewerkt. De ramen die hij daar moest restaureren mochten het pand niet verlaten, dus vroeg Tom om een werkruimte op locatie. Ik merk op dat Tom zich dus met trots mag scharen onder alle historische architecten en vakmensen die aan het paleis op de Dam hebben bijgedragen. Lachend en bescheiden wuift hij mijn opmerking weg. “Maar het was wel bijzonder”.
De verschillende werklocaties zijn leuk, maar de meeste genegenheid koestert Tom voor zijn atelier in de Jordaan, dat voor hem typisch Amsterdams is en als een tweede thuis voelt. “Iedereen kent elkaar hier en iedereen kent mij. Vroeger was er veel bedrijvigheid in deze wijk, dat is allemaal verdwenen. Maar dit atelier is er nog, wij zijn gebleven”. Ik maak de vergelijking met Toms atelier als een standvastige, onveranderde rots in de branding van het bruisende, in hoog tempo veranderende Amsterdam. Hij knikt instemmend.
Tot slot vraag ik Tom welke bijzondere gebeurtenissen hij hier heeft meegemaakt. “Ik heb hier alles meegemaakt, echt alles. Van tranen tijdens scheidingen tot liefde en geluk. Mijn hele leven komt steeds terug naar deze plek. Alles hier, het ademt allemaal ik”.