Bru is een koffietentje waar de geur van versgemalen bonen in de lucht hangt en er een relaxte sfeer heerst. Het tentje is kleurrijk ingericht, met muurschilderingen, verschillende lampjes en een palet van primaire kleuren die de ruimte een levendig en speels karakter geven. Er staan bloemen op de toonbank en verschillende planten zorgen voor een huiselijke sfeer, zowel als de foto’s die er hangen van het personeel. ‘De hondjes die hier vaak meekomen, maken het nóg gezelliger’, aldus Jordy. Ook de collega’s, met wie hij inmiddels vrienden is geworden, zijn een belangrijk onderdeel van het plezier in zijn werk.
Wat Bru, buiten de leuke collega’s en interieur om, tot zo’n fijne plek maakt, is dat het volgens Jordy niet alleen zijn werkplek is, maar een plek van verbinding. Hij vertelt dat hij vindt dat in Amsterdam weinig ‘echt contact’ met elkaar gemaakt wordt, in tegenstelling tot Brabant waar mensen elkaar op straat begroeten en stoppen om een praatje te maken. Gelukkig ziet hij dit wel gebeuren op het Beukenplein, waar zijn werkplek een onderdeel van uitmaakt. De klanten komen hier namelijk niet voor ‘hippe instagram-shots’ of om eindeloos op de telefoon te scrollen, maar om een gesprek met elkaar te voeren of om een lokaal krantje te lezen. Het zijn dan volgens Jordy ook vooral buurtbewoners die hier komen: ‘ik kom vaste klanten vaak op straat of bij de supermarkt tegen, dan maak je buiten werk even een praatje met elkaar. Dat zorgt dat je elkaar echt even ziet en hoort.’
Die saamhorigheid blijkt ook uit een kaartje dat hij van een klant krijgt wanneer hij pas kort aan het werk is: ‘Welkom Jordy. Erg fijn dat jij de nieuwe aanwinst bent van het team en de buurt!’ Dit contact met elkaar, hoe kort of kleinschalig ook, zorgt ervoor dat het Beukenplein, en Oost, voor Jordy aanvoelen als een dorp in een grote stad. Hierdoor voelt hij zich geen moment eenzaam na zijn verhuizing.
Jordy droomt ervan om ooit zijn eigen koffietentje te openen, om hetzelfde gevoel te bieden aan anderen die ook net verhuisd zijn naar de stad. Uiteraard wel in Oost, want zegt hij lachend, ‘dat hippe gedoe in West is niks voor mij.’