Zo ook Swammerdam en Ruysch. Jan Swammerdam legde de basis voor de moderne natuurwetenschap door het blootleggen van de menselijke voortplanting, maar ook die van de insectenwereld. Dat hij daarbij voortdurend bleef worstelen met deze nieuwe kennis en het geloof, blijkt uit een van zijn beroemdste spreuken: “Ik presenteer u edelen. alhier den almaghtigen vinger Gods in de anatomie van een luijs". Zijn kennis van het preparen van mensen en insecten door het inspuiten van was, gaf hij door aan Frederik Ruysch.

Die werd daar zo beroemd mee, dat zijn rariteitenkabinet, bestaande uit honderden lichaamsdelen, dieren en insecten in 1717 geheel werd opgekocht door tsaar Peter de Grote.

In de Gouden Eeuw tentoonstelling in het Amsterdam Museum zijn een aantal bijzondere voorbeelden van het werk van Ruysch en Swammerdam te zien en heeft een moderne lenzenmaker op diverse plekken in een zaal een kunstzinnige koppeling gemaakt tussen de wetenschappers uit de Gouden Eeuw en het heden.