In navolging van Karel de Grote, kroont Napoleon zichzelf op 2 december 1804, in de Notre Dame van Parijs, tot keizer Napoleon I der Fransen. Hij maakt met dit gebaar geen vrienden onder de Europese vorstenhuizen. Integendeel, vanaf 1803 groeit het aantal vijanden van de jonge keizer gestaag.

In 1809 scheiden de wegen van het echtpaar Napoleon Bonaparte en Josephine de Beauharnais zich. De keizerin kan haar man geen kinderen schenken. Napoleon beproeft zijn geluk opnieuw met Marie-Louise, de jeugdige aartshertogin van Oostenrijk. Op 20 maart 1811 ziet Napoleon II het levenslicht. Een troonopvolger is geboren. Wrang is het lot. Napoleon II, koning van Rome sterft, jong en kinderloos. De rechtstreekse lijn wordt niet voorgezet; buitenechtelijke kinderen buiten beschouwing gelaten.

Napoleon wordt, soms liefkozend dan weer bewonderend, ook wel ‘de grote kleine keizer’ genoemd. 'Keizer', ja: hij kroonde zichzelf tot keizer; 'groot', misschien: hij wist een groot deel van Europa aan zich te onderwerpen totdat hij zijn Waterloo vond, maar 'klein', nee, dat was de Fransman niet. Er zijn verschillende verklaringen voor dit misverstand in omloop. Een ervan luidt als volgt. Na zijn dood op het Engelse Sint Helena –Engeland was staatsvijand nummer één- verrichtte een Franse arts autopsie op het lichaam van Napoleon. Hij werd langs de meetlat gelegd en telde van top teen 5 voet en 2 duim, een equivalent van 168 centimeter. Een voor die tijd normale lengte voor een man. In 1820 voerde Nederland als eerste land een metriek stelsel van maten en gewichten in. Tot die tijd hanteerde iedere stad, land of regio zijn eigen eenheden. Een Franse voet stond in 1821 nog gelijk aan 32,48 cm; de Franse duim aan 2,7 cm. De Engelse voet en duim telden respectievelijk 30,48 en 2,54 cm. Wellicht heeft de Engelsman die het autopsierapport ondertekende al dan niet moedwillig zijn eigen maten toegepast en zo de keizer een kopje kleiner gemaakt. Een mythe was geboren.

Aangenomen werd dat de maaglijdende Napoleon door een erfelijke vorm van maagkanker van het leven beroofd werd. Korte tijd na zijn overlijden ging echter het gerucht dat hij vergiftigd zou zijn. Er werd een hoge concentratie arsenicum aangetroffen in zijn haar. Het is juist dit giftige goedje dat voorgeschreven werd voor de behandeling van maagklachten én voor klachten van psychische aard. Napoleons haar bevatte al sporen van dit vergif in zijn actieve en succesvolle jaren. Onlangs werd–in de zomer van 2011- een haarlok ontdekt in de collectie memorabilia van Sir Walter Scott. Mogelijk werpt deze haarlok een nieuw licht op de zaak. Het ontzielde lichaam van Napoleon werd overgedragen aan de Fransen. Het rust in een praalgraf in de Dôme des Invalides in Parijs, waar het een grote toeristische attractie is.

(Onderzoek en tekst: Suzette van 't Hof)