Van beurs tot handtas

Er zijn vrijwel geen tassen van voor de 16de eeuw bewaard gebleven. Er zijn een paar beursjes uit de 16de en 17de eeuw in onze collectie. Ze werden gedragen door mannen en vrouwen. In de vroege 17de eeuw krijgt de mannenkleding zakken en dragen mannen hun geld en papieren in hun zakken. Alleen in speelbeurzen dragen mannen hun geld nog los. Vanaf dan is de tas het terrein van de vrouw. Vrouwen dragen hun tassen aan een gordel of ceintuur, de chatelaine. In de 18de eeuw komt de reticule in de mode, een tas die af te sluiten is met een koord. De reticule is de voorloper van de handtas zoals wij die kennen en komt in de eerste helft van de 20ste eeuw in de mode.

Phallus beurs

Eén van de oudste tassen, zo niet de oudste, in de collectie is de zogenaamde phallus beurs. Het is een voorbeeld van een beurs voor mannen, met een zeer duidelijke vorm. Het beursje is van rood fluweel met aan de achterzijde een koordje dat doorloopt naar de voorzijde, zodat het buidelgedeelte dichtgetrokken kan worden. Het koordje heeft twee knoopjes van zilverdraad. De binnenzijde was gevoerd met leer. Het was een beursje voor een rijkere man, die er zijn contant geld in meenam. In het beursje werden drie munten gevonden, waarvan er één uit 1591 komt.

Voorzijde - detail - achterzijde phallus beurs

Voorzijde - detail - achterzijde phallus beurs

Speeltas

Hoewel mannen vanaf de 17de eeuw steeds minder tassen droegen, bleef de speeltas in trek. Hierin werden fiches of contant geld meegenomen naar speelhuizen om te gokken. Het was een ronde, rijk versierde tas met plooien die dichtgetrokken werden. De tas had een stevige bodem en stond tijdens het spelen op de tafel. Vaak werd aan de onderkant het familiewapen aangebracht, zodat het voor de andere spelers duidelijk was van wie het geld was. Bij de tas, die hier is afgebeeld, bestaat het familiewapen uit handen met een duif en een fleur-de-lis.

Bovenkant - onderkant speeltas

Bovenkant - onderkant speeltas