“Ik draag een linnen koto en op mijn hoofd een angisa. De stof komt uit Suriname. De angisa is in de vorm van een waaier gemaakt. De waaier op mijn hoofd staat symbool voor het feit dat alles naar de toekomst waait. De openingen in mijn koto staan voor vrijheid. Ik noem mijn kleding daarom ook: vrijheidsdracht. Omdat ik mij vrij mag voelen ten opzichte van mijn voorouders uit de slavernij.”

Over de toekomst waar alles naar toe waait, benadrukt ze: “Ik zou graag willen dat Nederland een generaal pardon geeft aan Suriname. Generaal pardon, voor de mishandelingen die mijn voorouders moesten ondergaan.”