Lebrun kenmerkt zich als een vriendelijk en erudiet man. Amper 20 jaren oud spreekt de Fransman vloeiend Latijn, Grieks, Italiaans, Spaans en Engels. Hij legt een grote belangstelling voor de klassieken aan de dag. Dat leidt onder andere tot de vertaling van Homerus’ 'Ilias' in 1776 en de 'Odyssee' in 1819. Lebrun was bovenal een goed jurist. De combinatie van beminnelijkheid en kennis zorgt ervoor dat hij de ‘pijn’ die Napoleons maatregelen teweeg brengen enigszins kan verzachten. De Hollanders raken gesteld op Lebrun.
Van de keizer krijgt hij toestemming om met zijn gezin het Koninklijk Paleis te betrekken. Wegens ruimtegebrek –hij schrijft aan de keizer dat hij nauwelijks zijn kinderen behoorlijk in het paleis kan onderbrengen- verhuist Lebrun naar de Herengracht 40.
Op 15 november 1813 verlaat Lebrun Amsterdam.
(Onderzoek en tekst: Suzette van 't Hof)