Op het moment dat de Antwerpse schilder Matthieu van Bree (1773-1839) gevraagd werd deze imposante intocht vast te leggen zwierven deze mannen elders in Europa rond. De burgemeester en zijn adjuncten en de hoogwaardigheidsbekleders aan zijn linkerzijde daarentegen, kwamen uit Amsterdam of verbleven daar voor langere tijd. Zij zijn waarschijnlijk naar het leven getekend.
Bekend is dat Van Bree voorstudies maakte voor zijn ‘Entrée de Bonaparte (Premier Consul) à Anvers le 18 juillet 1803’ dat zich in het Musée National de Château de Versailles bevindt. Of Van Bree dergelijke studies gemaakt heeft voor zijn Amsterdamse werk is niet bekend.
De afwezigheid van de Franse generaals en maarschalken bemoeilijkt niet alleen de weergave, maar ook de identificatie. In de voorste gelederen aan Napoleons rechterzijde bevinden zich de generaals Molitor en Chasseloup, de maarschalken Oudinot en Moncey en de duidelijk aan zijn Oosterse hoofdbedekking te herkennen mameluk Roustam Raza. Onder hen bevindt zich ongetwijfeld ook Gérauld Duroc, generaal en beste vriend van de keizer, wiens aanwezigheid in ooggetuigenverslagen genoemd wordt.
Toch zullen hij en enkele andere mannen van formaat voorlopig anoniem blijven. Dat maakt hun bijdrage aan de successen van Napoleon er niet minder om.
(Onderzoek en tekst: Suzette van 't Hof)