Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers onderzochten de band tussen Ajax en de wijk Watergraafsmeer. Dit deden ze vanuit het werkcollege sportgeschiedenis gegeven door Professor Th. Steven. Op het Geheugen van Oost wordt hun scriptie uitgelicht. Het onderzoek duikt in het verleden van de bekende voetbalclub Ajax, die vele successen heeft weten te behalen. Wekelijks kun je hier meer te weten te komen over Ajax en de band met zijn stadswijk. Vandaag meer over Betondorp: de buurt waar Johan Cruijf opgroeide.
Tuinstad Betondorp
AJAX en de Watergraafsmeer
Op 31 december 1930 hield de Watergraafsmeerse gemeenteraad zijn laatste zitting. Dezelfde avond werd de Meer begraven. Een rouwstoet met een baar, daarop een kistje met aarde dat de Meer symboliseerde, liep langzaam via de Middenweg naar de Ringdijk. Daar werd in een drassig weiland het kistje in de grond gelaten.
Annexatie
Al jaren daarvoor, in 1921, was de annexatie van de Meer door de steeds harder groeiende stad Amsterdam al een feit. Het karakter van de wijk veranderde ingrijpend. Hoewel het voorheen voornamelijk bebouwd was met buitenplaatsen en hoven, kwam nu de woningbouw centraal te staan. Telde de Meer op 1 januari 1921 nog 10.760 inwoners, op 1 januari 1970 waren dat er 33.777. Het inwonersaantal werd driemaal zoveel.
Bouw Betondorp
De bouw van Betondorp in de polder in 1924 was het begin van een grootscheeps beleid om de woningnood in de hoofdstad tegen te gaan. De ‘tuinstad’, gesticht in 1918 door A. Keppler (1876-1941), was met eengezinswoningen en met veel ruimte en groen in de omgeving een alternatief voor de dichtbevolkte en ongezonde leefomstandigheden van de 19de-eeuwse stad. De nieuwe woningwet van 1917 maakte het mogelijk om aan verenigingen subsidies te geven – mits aan bepaalde eisen werd voldaan - voor het bouwen van huizen. Groepen arbeiders begonnen op deze wijze, zonder geld, als woningbeheerders op te treden. Het was deze Arie Keppler die hen, bij hem thuis op zondagochtend, inwijdde in de fijne kneepjes van het vak als woningbeheerder.
Betondorp kan met recht een tuinstad genoemd worden. De woningen hebben een voor- en achtertuin en rondom de wijk liggen parkachtige plantsoenen. In de straatnamen Landbouwstraat, Tuinbouwstraat, Graanstraat en Zaaiersweg is de relatie met de vroegere agrarische omgeving bewaard gebleven.
Woningen in Betondorp
De woningen zijn simpel van opzet, eenvoud is er troef. Men had een huiskamer, een keuken en twee of drie slaapkamers. Een arbeiderswoning beschikte nog niet over centrale verwarming of een douche. De vensters waren klein met als doel dat het gezin niet werd afgeleid door gebeurtenissen op straat en de aandacht op elkaar gericht hield. Verder was er een school en een gemeenschapsruimte in de nabije omgeving, evenals een leeszaal.
Om in aanmerking te komen voor een woning in Betondorp werd men getoetst door een toelatingscommissie. Die commissie zag erop toe dat alleen jonge geschoolde socialistische arbeiders zich er vestigden.
Buurtculturen
We zien dus dat in de 20ste eeuw de buurtculturen langzaam verdunnen: jongeren trokken naar de nieuw gebouwde wijken rondom de stad, nieuwkomers namen hun plaatsen in en bovendien schiepen bedrijven, kerken en politieke partijen langzamerhand stevige dwarsverbanden tussen de buurten. Het centrum van denken en doen was niet meer de buurt, maar de partij, de bond of de sportvereniging. De meesten van hen waren lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij – een voorloper van de PvdA) of van het NVV (Nederlands Verbond van Vakverenigingen), welke is opgegaan in het FNV. Een bescheiden aantal was communist.
Rode vlaggen op 1 mei
Het zal de lezer niet verbazen dat op 1 mei de straten vol hingen met rode vlaggen, de kinderen vrij hadden, op de Brink de Stem des Volks zong en op een naburig veldje de AJC rond de meiboom danste. Door de selectie van bewoners is een sterke sociale en culturele betrokkenheid bij de buurt ontstaan, die nog altijd te vinden is in de honkvastheid van de oudere bewoners.
Stichting Wijkvoorziening voor Bejaarden
De Stichting Wijkvoorziening voor Bejaarden afdeling Watergraafsmeer zei bij monde van Liesbeth van Aersen: "Het Betondorp telt 36% bejaarden, voor de rest van Amsterdam is dat 17%." De stadsrenovaties deden hier dus niets aan af. "Veel Amsterdammers vertrokken naar Almere of Purmerend. Het had niet echt veel invloed op de supportersaanhang. Het zorgde alleen maar voor meer verkeer. De autochtone onderklasse werd gewoon vervangen door een allochtone onderklasse." Dit wordt ook bevestigd door het interview met Scholtens.
Ajax en Johan Cruijff
Toch blijft Betondorp vooral geassocieerd met Ajax. Verschillende mensen zullen zich herinneren dat Cruijff daar als jongetje altijd in de buurt voetbalde op een grasveldje. Dat deed hij veel in Betondorp. Toen Cruijff bij Ajax ging spelen, reed hij zelfs door de buurt rond in een Mini-Cooper. Verder was zijn stamtafel in Café Van der Vuurst, een mooi wit café richting Diemen dat moest worden afgebroken in verband met de komst van de ringweg. Een aantal Ajax-spelers had daar een eigen stamtafel. Cruijff zat daar regelmatig met Keizer en Blankenburg, zijn gabbertje.
Doordat de onderlinge contacten tussen de bewoners innig te noemen waren, stond binnen het gezinsleven de club vaak centraal, hoewel het hoofdzakelijk een mannengelegenheid bleef. "Ajax is de club van Betondorp. Ik groeide er als het ware mee op. De bussen van de tegenstanders stonden altijd bij ons voor de deur. We hadden neonletters met de uitslag erop. Voordat ze wegreden, konden ze die nog even bekijken. Bij Europese wedstrijden zetten we de boxen buiten. Die werden keihard aangezet als er gescoord werd", aldus Wilfred Snoek.
Klik hier om de rest van de scriptie te lezen op het Geheugen van Oost.
1650 keer bekeken