Het Amsterdam Museum gaat, samen met andere Europese musea, een tentoonstelling maken over de rituelen rond voetbal. Vorige maand schreef collega Annemarie de Wildt een blog over haar ervaringen toen ze voor het eerst een wedstrijd van Ajax bezocht . Mijn eigen eerste wedstrijd van Ajax was PEC Zwolle-Ajax, op 22 november 1986. De huidige Ajax-trainer, Frank de Boer debuteerde als speler en Marco van Basten maakte de winnende 0-1. Ik was 9, fan van vleugelspits Johnny van ’t Schip en het prachtige Ajax-shirt. De liefde zou nooit meer overgaan.
Celtic-Ajax
Katholieken, Protestanten, Joden en een Palestijn
Er zijn veel, heel veel, wedstrijden van Ajax gevolgd (ik heb al weer jaren een seizoenskaart), bijzondere en minder bijzondere. Vrijwel altijd behorend tot die eerste categorie (bijzonder) is mijn jaarlijkse Europese uitwedstrijd. Al tijdens de loting van de Champions League was er druk sms-verkeer tussen mij en de vriend met wie ik altijd naar voetbal ga. We (Ajax dus) werden in een poule geplaatst bij Barcelona en AC Milan, beide aantrekkelijke steden, grote clubs, mooie stadions. Met enige twijfel opperden we dat het waarschijnlijk Barcelona zou worden, het was immers de allereerste keer dat Ajax in een officiële wedstrijd tegen de grote Catalaanse club zou spelen. Er moest op dat moment nog een club aan de groep toegevoegd worden in de loting. Dat werd Celtic en daarna we hebben geen moment meer getwijfeld. Celtic is een fantastische, oude club (sinds 1888!), en de fans staan bekend om hun grote passie voor hun club. De beelden van vorig jaar, toen Celtic voor een daverende verrassing zorgde door Barcelona in eigen huis te verslaan stonden nog op ons netvlies.
De geschiedenis van Celtic begint eigenlijk al in 1845-50, toen een aardappelziekte in Ierland zorgde voor mislukte oogsten en hongersnood. Een miljoen Ieren kwam om van de honger, een miljoen anderen vluchtten, waarvan een deel naar Glasgow. De katholieke Ieren en protestantse Schotten mengden niet goed. Het gevolg was dat de Ieren een minderheidsgroep bleven die zich gediscrimineerd voelde en dat vaak ook was.In de pub na de wedstrijd afgelopen dinsdag vroeg ik een jonge Celtic-fan of hij dat nog steeds zo voelde. Zijn antwoord: “Bij een sollicitatiegesprek vragen ze aan me hoe ik mijn achternaam spel. Wat ze daar eigenlijk mee vragen is welke religie ik heb.”
De Ierse katholieken stichtten de voetbalclub Celtic in 1888. Hun grootste rivaal werd vanaf het eind van de 19e eeuw Rangers F.C., de club van de Schotse protestanten. Die laatste club ging in 2012 failliet en speelt nu in een lagere divisie. De Celtic-supporters die ik sprak toonden een mengeling van leedvermaak en spijt. Ze wensen hun rivalen alle slechts, maar het leven zonder rivalen blijkt ook wat saai.
De wedstrijd viel tegen, zeker gezien met mijn Ajax-bril, we verloren uiteindelijk met 2-1. De belevenis daarentegen viel zeker niet tegen, de door ons verwachtte voetbalpassie bleek inderdaad in ruime mate aanwezig. Wij, het uitvak, droegen zeker ons steentje bij, maar ik kon niet anders dan vol bewondering naar onze opponenten kijken. Aan het begin van de wedstrijd en na rust gaan in het hele stadion de sjaaltjes omhoog en wordt “You never walk alone” gezongen. Tijdens de eerste helft wordt “the huddle” gedaan. Alle Celtic-supporters draaien hun rug naar het veld slaan hun armen rond de schouders van degenen naast hen en er wordt gesprongen. Ik heb geen moeite met het genieten van rivaliserende supporters, dus ik vind het allemaal prachtig.
Nadat Celtic via een penalty op 1-0 komt, wordt de sfeer even wat grimmig. Een aantal van mijn uitvakgenoten hebben moeite om met hun frustratie om te gaan en richten zich op het thuispubliek dat slechts van ons gescheiden is door twee rijen stewards. Omdat ik zo onverstandig ben geweest precies naast die rij stewards te gaan staan zie ik verhitte koppen mijn kant op komen, dreigende middelvingers. Er worden leuningen van stoeltjes getrapt en richting de Celtic-supporters gegooid. De stoeltjeswerpers knopen geroutineerd sjaals voor hun gezicht en zetten een capuchon op. Ze weten dat er camera’s op het vak gericht staan en maken zich zo onherkenbaar. Zodra het iets rustiger wordt maak ik me uit de voeten en verplaats me naar een ander deel van het uitvak.
De Celtic-supporters provoceren ondertussen terug. Een van hen rent met een Palestijnse vlag richting het uitvak, hij zwaait er mee naar de Ajacieden. Hij heeft zijn huiswerk gedaan en weet dat de fanatiekere Ajax-supporters “Joden” als een geuzennaam gebruiken en dat ze, om dit te tonen Israëlische vlaggen met zich meedragen. Een aantal van hen neemt de provocatie zeer serieus. Een fanatieke groep reageert als door een wesp gestoken en dreigt door de rij stewards heen te breken om de “Palestijn” een lesje te leren. De vlaggenzwaaier wordt snel van de tribune verwijderd door een aantal politieagenten, onder luid gejuich van de Ajax-aanhang. Gelukkig wordt het na rust snel rustiger en concentreren beide supportersscharen zich weer op het aanmoedigen van hun eigen team.
De lijn tussen passie en “sektarisch” geweld is soms maar smal bij supporters en het gevaar bestaat altijd dat het een over gaat in het ander. Hoewel veruit de meeste supporters niet gediend zijn van de meer gewelddadige kant, zijn ze wel gehecht aan het groepsgevoel. De vijandigheid tegenover de tegenstander is gespeeld en echt tegelijk.. Het opzoeken van de randen van het toelaatbare is juist een deel van de aantrekkingskracht. Dat sommigen over de rand gaan is dan erg jammer, maar vergeet niet dat dit, zelfs in een fanatiek uitvak bij een grote Europese wedstrijd maar een minderheid is. Het zijn allemaal onderwerpen (en nog veel meer) die we in onze komende tentoonstelling willen behandelen.
Na de wedstrijd praten we in een pub na met Celtic-supporters. Ze bleken ons uitvak gewaardeerd te hebben om het volume van ons gezang. Zelfs nadat we op 0-2 achter kwamen bleven we onze ploeg steunen. Ze deelden onze teleurstelling over de ongeregeldheden. We besloten dat we ons beter konden richten op onze gedeelde passie voor onze eigen voetbal clubs. Een van de Celtic-supporters kende nog een oud liedje over onze coach en zijn broer Ronald de Boer, die in het verleden bij Rangers speelden:
One called Ronald
One called Frank,
One missed a penalty,
The other one’s a wank.
Een ondeugend liedje, op het randje zelfs wellicht (in het dagelijks leven iemand een “wank” (de meest directe vertaling is “rukker” noemen is tamelijk beledigend), we konden er hartelijk om lachen.
255 keer bekeken