Hij had grote belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog, die in Amsterdam diepe wonden geslagen heeft. Ik leerde Eberhard kennen toen wij beiden in het bestuur van het Verzetsmuseum Amsterdam zaten. Hij was toen advocaat en paarde een fascinatie voor de bezetting en het levend houden van de herinnering aan de Jodenvervolging aan de blik van een jurist en mediator. Zijn benoeming als minister betekende zijn vertrek als bestuursvoorzitter.

Eenmaal burgemeester was van der Laan altijd te porren voor iets dat met geschiedenis te maken had. Zijn steun aan de Dag van de Amsterdamse geschiedenis was hartverwarmend. Desgevraagd kwam hij op zondagmiddag met ambtsketen aanwandelen om een toespraakje te houden en daarna een praatje te maken met allerlei mensen. Een burgemeester met wie je een glaasje wijn of een biertje kon drinken.

Slavernijgeschiedenis

Geschiedenis is niet alleen maar leuk en positief. Dagelijks liep Eberhard langs de plaquette voor zijn huis, het pand dat in 1672 gebouwd is voor Paulus Godin (1618-1690), bewindvoerder van de W.I.C. en directeur van de Sociëteit van Suriname. In 2013, toen 400 jaar grachtengordel herdacht werd, vermeldden de burgemeester en wethouders bij elke toespraak ook de rol die Amsterdam gespeeld heeft in de slavenhandel én het feit dat veel Amsterdammers plantages en tot slaaf gemaakten bezaten. Maar de feiten moesten wel kloppen. Bij de feestelijke presentatie van het Ons Amsterdam nummer over de grachtengordel, waarvoor redactie en auteurs uitgenodigd waren in de ambtswoning, vertelde Eberhard dat hij ooit beweerd had in café Kalkhoven tijdens zijn studententijd, dat de grachtengordel betaald was met de winst uit slavernij. Een historicus wees hem erop dat het Nederlandse aandeel in de slavenhandel pas vanaf later in de 17de eeuw echt op gang was gekomen, terwijl de aanleg van de grachten begon in 1613.

Burgemeester Eberhard van der Laan met 1873 button en marrondoek voor Herengracht 502

Burgemeester Eberhard van der Laan met 1873 button en marrondoek voor Herengracht 502 Door: Annemarie de Wildt

Sinds 2013 is er jaarlijks op 1 juni een tocht vanaf het Amsterdam Museum naar de ambtswoning, aan het begin van de maand waarin de afschaffing van de slavernij herdacht wordt. Die bijeenkomsten, waarbij winti-priesteres Marian Markelo een plengoffer voor de voorouders brengt in het water van de Herengracht, maken duidelijk hoe belangrijk Eberhard de herdenking van het slavernijverleden vond. Het was mooi hoe hij ook bij dat soort gelegenheden grappen bleef maken. Een keer verliep de tocht vanaf het Amsterdam Museum naar de ambtswoning wat sneller dan gepland. Van der Laan kwam niet meteen naar buiten. ‘Vader Jacob, Vader Jakob, slaapt gij nog?’ klonk het oud-hollandse kinderliedje uit de kelen van de oudere vrouwen in koto en de mannen met pangi om hun schouders. Toen hij naar buiten kwam, kreeg de burgemeester ook een pangi omgehangen en hij begon aan zijn toespraak. “Vrienden, ik wil er voor ik begin even op wijzen dat jullie voor de verandering eens een keer te vroeg waren”. En dan volgde een mooie toespraak over het belang van herdenken en het onder ogen zien van de kwalijke kanten van het Amsterdamse verleden.

Zwanenkoor

Op diezelfde ambtswoning waren trouwens ook veel gesprekken met allerlei betrokkenen over de transformatie van Zwarte Piet. Doortastend en met humor wist Eberhard van der Laan tot oplossingen te komen, nog steeds de mediator uit zijn advocatentijd. Alsmaar bezig met verbindingen maken, misschien is dat wel wat hem een Damsko-strijder maakte: het netwerk van connecties in Amsterdam versterken door mensen met elkaar in contact te brengen. Laatst hoorde ik weer een mooi voorbeeld. De secretaris van het Zwanenkoor vertelde bij een optreden in de Rode Hoed vol trots dat burgemeester Van der Laan het jaar daarvoor Kees de Koning van TopNotch meegenomen had. Het resultaat van die ontmoeting was een optreden tijdens de presentatie van de Parels van de Jordaan op Noorderslag. Daar stond het koor in Jordaankostuum tussen Broederliefde en Lil Kleine.

Lieve stad

Zorg voor de stad en zorg voor elkaar. Naast het ‘lieve stad’ hebben we een motto meegekregen dat inspireert. Het was indrukwekkend om te zien hoe aangeslagen de Amsterdammers waren door het nieuws over zijn ziekte. Maar ook hoe dat leidde tot concrete beloften om goed te zijn voor de stad en elkaar. Wij van het Amsterdam Museum gaan in de geest van onze lieve burgemeester door om verbindingen te maken in de stad, met die ‘goudmijn van de geschiedenis’ als inspiratie.