Op 10 juni 1609 vestigden de eerste Nederlanders zich op het eiland Manhattan. Het gebied was slechts een jaar eerder ontdekt door ontdekkingsreiziger Henry Hudson. Deze replica uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum laat het schip ‘de Halve Maen’ zien, waarmee de Engelsman in opdracht van de V.O.C. het gebied verkende. Het oorspronkelijke doel van zijn reis was erachter zien te komen of er een andere doorgang naar Indië mogelijk was. Bij de monding van de rivier de Hudson kwam hij aan land. Dit gebied bleek meteen al potentie te hebben voor de handel: de handelaren van de V.O.C. konden hier direct met de Indiaanse jagers onderhandelen over de huiden van bevers in ruil voor goedkope Europese handelswaar, alcohol en vuurwapens. De Nederlandse nederzetting bleef erg klein totdat het stuk land in 1624 werd gekocht van de indianen. Daarna zou Nieuw Amsterdam enorm groeien en de grootste Nederlandse koloniale nederzetting blijven totdat het gebied overging naar de Engelsen. Meer informatie