De vier vertellen in alle eerlijkheid dat zij niet speciaal voor deze gelegenheid zijn gekleed. Ze dragen hun kleding al de gehele dag, maar hebben er wel voor gezorgd dat ze er netjes uit zien. Arabische invloeden vinden we bij de dames terug in hun sieraden uit het Midden-Oosten, die ze zelf hebben gekocht tijdens een van hun reizen.

De vrouwen dossen zich doorgaans meer uit voor een gala, een verjaardag of wanneer ze uit eten gaan. Mannen uit Libanon gaan daarentegen - zo wordt verteld - altijd perfect gekleed, geknipt en geschoren de deur uit. De beeldschone Carole Samaha, een van de hoofdartiesten van SOUK, is volgens het viertal dan ook een ‘echte Libanese’. In de Grote Zaal van Het Concertgebouw zingt Carole, gekleed in een glinsterende jurk, haar grootste hits. Halverwege het optreden neemt de zangeres een korte pauze, waarna zij in een andere schitterende jurk terugkeert in de zaal: ‘mooi gezongen, mooi gekleed, typisch Libanees’. Een bezoek aan SOUK veroorzaakt bij de mannen toch wel een beetje heimwee naar het thuisland en de eigen cultuur.