Stagiaire Aby Grupstra schrijft bijdragen over Amsterdamse onderwerpen voor de website van het provinciale project ‘Oneindig Noord-Holland’. Een pas geplaatst verhaal gaat over de geschiedenis van Paradiso; hier volgt het eerste stuk van dit artikel. De afbeelding is van het Jaarverslag van Paradiso uit 2009, waarbij de kengetallen van dat jaar origineel zijn afgedrukt op twee borden. Met de bijpassende doos (van binnen bedrukt) maken ze nu deel uit van onze collectie.
#020today: Paradiso, van gekraakte kerk tot poptempel
Wat hebben The Rolling Stones, Pink Floyd en Lady Gaga met elkaar te maken? Ze traden allemaal op in Paradiso. Een podium, nachtclub en cultuurpaleis ineen. Feesten gaan er vaak door tot in de vroege uurtjes. En dat op een plek die oorspronkelijk religieus van aard was. Vaak word gezegd dat Paradiso gehuisvest is in een oude kerk. Dit is niet helemaal waar. Paradiso is in 1879-1880 gebouwd als ‘verenigingsgebouw’ voor de Vrije Gemeente van Amsterdam. Deze in 1877 opgerichte progressieve geloofsgemeenschap was een afsplitsing van de Hervormde Kerk. De Vrije Gemeente vond dat wijsheid niet alleen in het christendom te vinden was, maar in alle religies en levensbeschouwingen. Ze wilden zich niet onderwerpen aan de strenge christelijke regels en wensten een nieuw soort plek om samen te komen.
Architecten G.B. Salm en zijn zoon A. Salm ontwierpen het neoromaanse gebouw. Het verenigingsgebouw mocht niet te ‘kerkachtig’ worden, al kwamen er wel een katheder en een orgel. Ruim tachtig jaar was het gebouw het centrum van de Vrije Gemeente. Daarna verhuisde de geloofgemeenschap naar Buitenveldert. In 1965 vond de laatste zondagsdienst aan de Weteringschans plaats. Het gebouw werd een speculatieobject. Semi-illegale opslag van tapijten en leegstand zorgden voor een snelle aftakeling. Tot 1967, de ‘Summer of Love’. In die zomer bezette een groep hippies het gebouw om een eigen club te beginnen. Ze wilden een plek voor muziek, debat en ‘happenings’. Omdat de onderhandelingen met de gemeente niet snel genoeg gingen, kraakten ze vervolgens het pand. De politie maakte al gauw een einde aan de festiviteiten, maar er kwam schot in de zaak. Begin 1968 werd de gemeentelijke stichting Vrijetijdscentra Amsterdam opgericht, die het gebouw ging runnen onder de naam Paradiso. In maart 1968 opende het 'cosmisch ontspanningscentrum Paradiso' zijn deuren voor het publiek.
Het meer uitgebreide verhaal over Paradiso is te vinden op de website van Oneindig Noord Holland
Aby Grupstra, stagiaire project Oneindig Noord-Holland in het Amsterdam Museum
(bron: Karin Lakeman, ‘40 jaar Paradiso’, Ons Amsterdam, maart 2008)
Kijk hier voor meer informatie over dit object