Deze mode werd ook gevolgd bij meer informele kleding, zoals strandkleding en de opkomende vrijetijdskleding, ook al was het niet altijd even makkelijk om dan een tournure te dragen. Deze driedelige wollen japon is een voorbeeld van een wandelkostuum. De japon bestaat uit een lijfje, rok en draperie. De rok heeft geen sleep, wat praktischer is bij het wandelen. De meeste japonnen hebben wel een sleep in deze periode.
Bijzonder is dat er ook een matchend jasje bij is. Het jasje is kort, wijdvallend en middenachter een split. Dit past bij de qeueu periode, een jas of cape kon over de rok worden uitgespreid zodat het gewenste silhouet niet verloren ging.
Vanaf 1878 raakt de tournure weer uit de mode, om rond 1882 weer terug te komen. Het silhouet is dan echter veel strakker en rechter, zonder al teveel draperiëen.