De handschoenen zijn van zeemleer met opgezet stoffen gedeelte met borduursel van bloemen en vogels, parels, goudraad en opgenaaide lovers. Handschoenen als deze speelden een belangrijke symbolische rol bij de huwelijksvoorbereidingen. Het was gebruikelijk dat de bruidegom zijn aanstaande handschoen gaf die bij de huwelijksplechtigheid gedragen werden. Met de handschoenen werd de overdracht van de bruid, van de vader naar de bruidegom, aangegeven. Op de handschoenen zijn allerlei borduursels te zien die met het huwelijk te maken hebben: de salamander die voor de liefde staat en het viooltje dat maagdelijkheid symboliseert.
Maar van wie de handschoenen nou waren is nog niet helemaal duidelijk. Op het briefje staat: ‘Dit zijn de bruidshandschoenen van grootmoeder ten Hove. Voor neef Nicolaas Warijn Anthonis Soon.’ De handschoenen zijn nagelaten aan Nicolaas Warijn. Hij heeft ze dus waarschijnlijk niet zelf gedragen, maar de handschoenen waren van de oma van degene die ze naliet. Dat was Cornelia Fagel (1619-1693). Zij trouwde in 1637 met Nicolaas ten Hove (1611-1679), die in 1679 kort burgemeester van Nijmegen was. Hun dochter Maria ten Hove trouwde met Anthonie Warijn in 1668. Nog een generatie verder komt neef Nicolaas Warijn (1744-1815), de heer van Schonauwen, in beeld. Hij woonde op verschillende bekende plekken in Amsterdam, waaronder het Trippenhuis op de Kloveniersburgwal, en werd enkele maanden voor zijn dood in de adelstand verheven tot jonkheer.