De vader van Eddy Posthuma de Boer verloor in 1929 tijdens de economische depressie zijn baan bij een bank en kon chef worden van een filiaal van de firma Van Amerongen aan de Marathonweg 26. Eddy was toen 2 jaar oud. Zijn broer en hij werden de jongetjes van Van Amerongen genoemd, vertelde hij aan Parool-journalist Paul Arnoldussen, die de tekst schreef bij het fotoboek Buurtwinkels.

Het boek werd gepresenteerd in Galerie Weesperzijde en ik kreeg als conservator van de expositie Buurtwinkels het eerste exemplaar, omdat het Amsterdam Museum er volgens Eddy voor gezorgd had dat het woord buurtwinkels niet meer uit de Dikke van Dale zou verdwijnen. Hoewel Posthuma de Boer zelf geen enkele aspiratie had om winkelier te worden - of misschien juist wel daarom - heeft hij in zwart-wit, met veel liefde en gevoel voor detail de Amsterdamse middenstand van de jaren zeventig vastgelegd.

In 1975 waren er nog 7347 buurtwinkels. Het filiaal van Van Amerongen was in 1950 al overgenomen door Albert Heijn. In 2010 waren er nog maar 3227 buurtwinkels in de stad, blijkt uit een onderzoek van de Dienst Onderzoek en Statistiek. De snel veranderende middenstand van tegenwoordig is digitaal vastgelegd op buurtwinkels.amsterdammuseum.nl. Wie wil kan daar verhalen en foto’s over zijn of haar eigen buurtwinkel toevoegen.

Deze zomer is op allerlei plekken in de stad het project Buurtwinkels te zien: een grote tentoonstelling in het Amsterdam Museum en twee kleinere exposities in de tijdelijke buurtlocaties in de Javastraat en de Van der Pekstraat. Het Theo Thijssen museum toont, ook in de omringende straten, de (verdwenen) winkels van de Jordaan en in het Van Eesterenmuseum is aandacht voor de winkels in Nieuw West. In de Galerie Weesperzijde en in etalages van (vroegere) winkels aan de Weesperzijde was in maart het werk van kunstenaars te zien. Ook Eddy Posthuma de Boer exposeerde daar eerder met foto’s uit de jaren zeventig van Amsterdamse winkels en winkels die hij elders ter wereld was tegengekomen.