Van 2017 tot 2020 onderzoekt het Intangible Cultural Heritage (ICH) and Museums Project ‘de verscheidenheid aan benaderingen, interacties en praktijken met betrekking tot immaterieel cultureel erfgoed in musea’. De conferentie in Palermo met als thema participatie was de tweede, na Rotterdam, waar diversiteit op de agenda stond.
Vijf landen zijn betrokken: België, Nederland, Zwitserland, Italië en Frankrijk - een interessante dwarsdoorsnede waardoor dergelijke conferenties ook een mooie observatiepost zijn voor Europese verschillen. Het Italiaanse gebruik (vooral door mannen gepraktiseerd) om hele lange vragen te stellen, en zelf ook gelijk maar antwoord te geven. De Nederlandse gewoonte om met zijn allen een mindmap te gaan maken. Of een spelletje te spelen met een dobbelsteen om elkaar aan het praten te krijgen over tradities. Jasper Visser is bij alle conferenties aanwezig om de museummensen, erfgoedspecialisten en academici uit de vijf landen uit hun tent te lokken en aan het werk te zetten om te bedenken en te formuleren wat de rol van musea is, of zou kunnen zijn, in het omgaan met immaterieel cultureel erfgoed.
De Werkplaats Immaterieel Erfgoed in Gent leidt het project. Kia Tsakiridis die ik nog ken van haar studie in Amsterdam, regelde de logistiek. Dat betekende voor haar op de dag van aankomst heel veel bellen en appen over alle vertragingen vanwege de sneeuw in Rome. Terwijl het in onze thuislanden zeker min 8 was, zaten wij op een aangenaam, soms zelfs warm Sicilië. Ook het geweldige Italiaanse eten, de sfeer van Palermo en de vele interessante ontmoetingen maakten het een bijzondere ervaring.
Handkus
De conferentie was in het Marionettenmuseum. Op zichzelf al een prachtig voorbeeld van het bewaren (safeguarden in ICH termen) van een traditie: het Siciliaanse poppenspel (Opera dei pupi) dat dreigde te verdwijnen vanwege de televisie. Het in 1975 opgerichte museum verzamelt niet alleen poppen, maar biedt ook plek aan poppenspelers. Jaarlijks komt er een andere poppenspelerfamilie uit Palermo de traditionele voorstelling (altijd over de kruistochten) spelen in hetzelfde theater waar onze conferentie was. De directeur van het marionettenmuseum, onze gastheer, is buitengewoon charmant; voor het eerst van mijn leven kreeg ik een handkus na afloop van een panel met ‘inspiring examples’, waar we beiden deel van uitmaakten.
Erfgoeddragers
Bij ICH gaat het vaak om communities (gemeenschappen) die een bepaalde traditie belichamen. Marc Jacobs van de Universiteit van Brussel hield een pleidooi voor het gebruik van de termen: communities, groups and individuals (CGI’s wordt dat dan meteen).
Hoe ga je als museum met de CGI’s om? In een gesprek met een curator van het Marionetten museum kwam de volgende kwestie aan de orde. In het Opera dei pupi spel komen slechte Saracenen en verleidelijke vrouwen voor, zagen we toen de familie aan het einde van de eerste conferentiedag een voorstelling gaf. ‘Wat is jullie houding tegenover zo’n stereotype verbeelding van De Ander?’ Het museum wil niet ingrijpen. De families bepalen zelf wat ze spelen. Voor islamitische (vluchtelingen)kinderen kan het confronterend zijn, maar ook een manier om over Europees-(Noord)Afrikaanse geschiedenissen te praten.
Tijdens een van de discussies vraagt iemand: wat hebben museummensen die zich bezig houden met immaterieel erfgoed nodig? Empathy! zei de leuke directeur. Bij immaterieel erfgoed gaat het immers nog meer om mensen, ‘erfgoeddragers’ zoals ze in ICH jargon heten.
Wetgeving
Naast voorbeelden van omgaan met immaterieel erfgoed waren er ook keynotes over de verschillende conventies, zoals de Convention for the Safeguarding of the Intangible Cultural Heritage (2003). Met name Janet Blake, een Schotse juriste die al jaren doceert aan de Universiteit van Teheran, waar ze zich intensief bezig houdt met de wetgeving en praktijk van immaterieel erfgoed, maakte indruk met een helder overzicht en prikkelende vragen, onder andere over hoe bijzonder erfgoed moet zijn. Is de traditionele Iraanse manier van brood bakken niet ook erfgoed?
Lyon sur le couch
Veel mooie ideeën gehoord, zoals van het stadsmuseum in Lyon, waar onze voetbaltentoonstelling gestaan heeft. Ze gaan een tentoonstelling maken ‘Lyon sur le couch’. Kunstenaars zijn de straat opgegaan om mensen te vragen tekeningen te maken van de stad en Lyon te vergelijken met dieren of kleuren. Stapferhaus Lenzberg heeft voor een tentoonstelling over 1001 Heimats mensen door heel Zwitserland - in een reuzenrad (!) - geïnterviewd over hun thuisgevoel. Alain van het museum bleek trouwens goed Nederlands te spreken, omdat hij professioneel schaatser geweest was in Friesland.
Veranderlijkheid
Geen gesprek over tradities of het gaat ook over hoe veranderlijk of onveranderlijk die zijn. De presentatie van het etnografisch museum in Neuchatel was interessant. Ze hebben daar ooit een machine getoond die tradities zogenaamd kon bevriezen. Een effectieve verwijzing naar de vraag die met regelmaat gesteld wordt deze twee dagen: moet het museum freezen of framen? Tradities beschrijven en op film vastleggen betekent bewaren, maar ook bevriezen op een specifiek moment in de tijd. Visueel antropoloog Gregoire Mayor van het museum in Neuchatel heeft 10 jaar lang de Tschäggättä, carnavalsfiguren met enge maskers, gefilmd. En daarmee heeft hij ook het verschijnsel geframet (verklaard/in context geplaatst). Hij laat ook zien hoe de maskers in commercie of op een ironische manier gebruikt worden. Hoe ga je als museum om met die voortdurende veranderingen? Niet iedereen vond trouwens dat veranderingen zomaar geaccepteerd moesten worden. Een gepassioneerde Italiaanse noemde het moderniseren van carnavalskleding ‘verkrachting’.
Practitioners
Gelukkig waren er, naast de theoretici en museummensen, ook echte practicioners, zoals Alessandro Ervas van de Associazione l Felze in Venetië, een metallurgist die strijdt voor terugkeer van de smederijen bij het Arsenaal en behoud van gondola bouwtechnieken. Hij toont tijdens zijn presentatie een geestige ‘infographic’ over de interesse van de Venetiaanse autoriteiten: zero, helemaal niet. Tijdens het diner praten we, het in frans, erover door. Allessandro vertelt me dat hij wel steun krijgt van een enkele ondernemer. Een directeur van een fabriek van houten deuren had hem en zijn gondolabouwers uitgenodigd tijdens een feest om zijn werknemers te laten zien wat echte ambachtelijkheid is.
Taal
Taal is, nog steeds, een grote scheidslijn op Europese conferenties. Bij de plenaire sessies is er simultaan vertaling. Maar tijdens de werkgroepen verdelen mensen zichzelf in taalgroepen. De Italianen spreken nauwelijks Engels, veel Fransen ook niet of niet comfortabel. De Nederlanders spreken weer slecht Frans. Mijn Frans is goed gelukkig, dus ik heb juist veel met de Italianen en Fransen gepraat tijdens het eten en wandelingen door de stad. De financiële situatie van met name de kleinere musea in Italië is rampzalig. Het land kan sowieso de last van het rijke verleden nauwelijks dragen. Zijn musea financieel wel in staat om ook het intangible erfgoed te bewaren?
De neven Danilo en Giuseppe Folgori uit Roviano, die jaarlijks een pronte dame van papier-maché met ontblote borsten maken als symbool voor de oogst, maken na afloop van hun presentatie een miniatuur versie terwijl de volgende presentaties doorgaan. Toen ze ooit in een ander dorp hielpen met het maken van een pop, werd hen gevraagd hoeveel geld ze daarvoor wilden. Verontwaardigd zeiden ze dat een gezellige spaghetti maaltijd beloning genoeg was. In dit gezelschap met veel antropologen leidt het aanbieden van een pop voor de museumcollectie meteen tot een tegengift: de neven krijgen een replica van een marionet.
Muziek
De ‘case’ van het Amsterdam Museum was uitgekozen als ‘inspiring case’. Ik riep vragen op over muziek als immaterieel erfgoed met voorbeelden uit ‘Geef mij maar Amsterdam’ een tentoonstelling over muziek (2006) en het project dat we nu doen met TopNotch naar aanleiding van hun Parels van de Jordaan cd box. Ik citeerde Kees de Koning, oprichter van het hiphop label: ‘Johnny Jordaan maakte liedjes over zijn wijk, over feesten en over armoede. Zeg maar: zo’n beetje het oeuvre van Snoop Dogg. Ik zie geen essentieel verschil tussen “Straight Outta Compton” en “Bij ons in de Jordaan”. (Vrij Nederland 19 apr. 2015) Ik had ook wat muziek meegenomen, Afgekeurde woning van Johnny Jordaan en Doofpot van Gikkels, want over muziek moet je niet praten, maar die moet je horen. Het liefst meezingen. Ons idee voor de karaoke aan het einde van de muziek tentoonstelling werd inderdaad als inspirerend, maar ook behoorlijk ‘out-of-the-box’ beschouwd.
Tool kit ICH
Het was heel interessant om naar aanleiding van de cases in een kleiner groepje aanbevelingen te formuleren voor een ‘tool kit ICH’, die een van de resultaten van het project moet worden. Er waren verschillende perspectieven aanwezig, die van musea en van academia. Het ging om vragen als: is collectioneren hetzelfde als safeguarding? Ik bracht het hiphop begrip sampling in, iets bestaands, zoals een melodielijn, opnieuw gebruiken. We hadden het over het samenwerken met mensen buiten het museum, de practioners of erfgoeddragers. Veel mensen, bijvoorbeeld de rappers uit Zuidoost, zullen zich niet snel als erfgoeddragers zien. Ik vertelde dat tijdens gesprekken, bijvoorbeeld met Gikkels, wel vaak de vraag opkwam: hoe bewaar je die hiphop geschiedenis? En daarmee, zoals altijd ook de vraag: hoe verhouden immaterieel erfgoed (zoals muziek) en materieel erfgoed (zoals platenspelers, mp3 bestanden, teksten gemaakt op een oude Nokia) zich tot elkaar?
Maar ook: wie zijn dan de erfgoeddragers? Dit speelde ook bij een ander stedelijke ‘communities’ als graffiti-schrijvers of voetbal supporters. Op eerdere conferenties, georganiseerd door het VIE, hebben collega Tom van der Molen en ik, wel eens gespeculeerd over de F-side als ‘erfgoed gemeenschap’. Maar voor de procedure om tot een plek op de ICE erfgoed lijst te komen voelen de F-siders niet veel.
Kant-en-klare antwoorden zijn er niet uit gekomen. Wel inspirerende ideeën en ontmoetingen. Die heb ik willen delen met deze blog. Collega’s binnen het museum en relaties buiten het museum, als je nog meer vragen heb: kijk ook eens op de website van het ICHandmuseum project, ook voor toekomstige conferenties.