wwwopacCAEIADUDHet Genootschap Amstelodamum organiseert dit jaar in het Amsterdams Historisch Museum een serie lezingen over Het Stadsgroen van Amsterdam. Deze worden gehouden op de woensdagen (3, 10, 17 en 24 november) in de Filmzaal, van 12.30 tot 13.00 uur.

Er zal gesproken worden over:

 
 

3 november
Hanneke Schreiber - De wording van het Vondelpark; de mythe van de vrije natuur

Als een wandeling in de vrije natuur. Zo beschouwden veel Amsterdammers het nieuwe park dat vanaf 1864 buiten de stadsrand, ten westen van de Leidse Bosjes, werd aangelegd. Tot dat moment bestond dit landschap uit uitgestrekte weilanden, met hier en daar bewoning. Natte voeten kreeg je er.
De Haarlemse ontwerpers van het park, Jan David Zocher en zijn zoon Louis Paul Zocher, brachten bomen, heesters en planten naar deze plek en schiepen met het al aanwezige gras en water in tien jaar tijd een gevarieerd ensemble van natuur en cultuur, een hoogtepunt in de Nederlandse landschapsarchitectuur. Deze transformatie van veenweidegebied tot parklandschap en stadspark vormt ongetwijfeld de spannendste periode uit de Vondelparkhistorie.

Hanneke Schreiber is Hoofd Tuin & Collectie van de Hortus Botanicus Amsterdam

10 november
Jaap Evert Abrahamse - Soete lucht, ciraet en pleijsantie: over het stadsgroen in de zeventiende eeuw

Amsterdam wordt in veel zeventiende-eeuwse stadsgeschiedenissen en reisbeschrijvingen geroemd om zijn bomen. Filips von Zesen vergeleek de hoofdgrachten met hun honderden ‘dik beloofde’ bomen in 1664 met een ‘irdisches paradies’ en een ‘großen Lustwald’.
De introductie in Amsterdam van de stadsboom, dat wil zeggen de op last en kosten van de stedelijke overheid geplante boom, vond plaats aan het einde van de zestiende eeuw. Tot die tijd was de stad boomloos. Er was geen boom te zien in de straten of langs de grachten, afgezien van kruinen van bomen in omheinde (klooster)tuinen en boomgaarden.
In de zeventiende eeuw werden systematisch bomen geplant, als standaardonderdeel van de inrichting van de openbare ruimte. Door de enorme stadsuitbreidingen vond in Amsterdam de grootste stedelijke boomaanplant uit de geschiedenis plaats. Ook aan de orde komen de effecten van deze aanplant, de locatie en functies van bomen, en ook de achterliggende motieven van deze grootschalige urban forestry.

Jaap Evert Abrahamse promoveerde in januari 2010 aan de Universiteit van Amsterdam op de stadsontwikkeling in de zeventiende eeuw.

17 november
Geert Timmermans - De wilde stad

De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot internationaal jaar van de biodiversiteit. Regeringen uit de hele wereld zetten zich in om biodiversiteit te behouden. Amsterdam doet dit onder andere door de urgentie van het behoud van biodiversiteit onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Wilde planten en dieren zijn een onmisbaar deel van de stedelijke omgeving. De schatting is dat in Amsterdam alleen al ruim 10.000 verschillende soorten leven. Amsterdam is dus meer dan alleen asfalt en huizen.

Geert Timmermans is stadsecoloog van de gemeente Amsterdam

24 november
Yttje Feddes - De groene kracht van de Westelijke tuinsteden

Het stedenbouwkundig ontwerp voor de Westelijke tuinsteden is uniek door de structurerende werking van het groen en de openbare ruimte. Het ging daarbij niet om het 'uitsparen' van groen als een restruimte, maar om een systeem van groene ruimtes met een eigen vorm en functie (de hof, de groenstrook,het plantsoen, de parkstrook, het park) dat een samenhangende compositie vormt met de stedenbouwkundige verkaveling en het systeem van wegen en waterlopen.
In een in 2009 uitgevoerd onderzoek is de huidige betekenis geanalyseerd, ten behoeve van de stedenbouwkundige vernieuwing van de tuinsteden en als aanknopingspunt voor een meer gevarieerde toekomstige inrichting van het groen.

Yttje Feddes is landschapsarchitect

Kosten: Entree museum
Woensdag 3, 10, 17 en 24 november
12.30 uur
Hoofdkassa, AHM