Onderdeel van de opening in Podium Mozaïek is een gesprek met bekeerde moslims over ‘moslims en het Amsterdam Museum’, aan de hand van objecten van (bekeerde) moslims die in de afgelopen tien jaar in de collectie van het Amsterdam Museum zijn opgenomen. Vanessa leidt het gesprek in met een opmerking over hedendaags verzamelen: “Op het moment dat een object een persoonlijk gebruiksvoorwerp is, kan je ermee doen wat je wilt. Maar zodra het in de collectie is opgenomen, gelden er nieuwe regels. Dan komen er witte handschoenen aan te pas, moet er een collectiebeheerder bij zijn en speelt beveiliging opeens een rol. Hoe kan je daar als museum het best mee omgaan? En wat zou je als museum eigenlijk moeten verzamelen van/over moslims in Amsterdam? aan de hand van een aantal stellingen willen we deze vragen aan de orde stellen.” Aan de zaal en aan een driekoppig panel van bekeerde moslims, alle drie geportretteerd in de tentoonstelling, worden de stellingen voorgelegd.

‘Allemaal Amsterdammers’ of aandacht voor specifieke doelgroepen?

Stelling 1: Het is goed dat het Amsterdam Museum aandacht besteedt aan specifieke doelgroepen, zoals moslims.

Het merendeel van de zaal is het met deze stelling eens, maar niet iedereen: “Ik denk dat je met een tentoonstelling vooral mensen bereikt die al geïnteresseerd zijn, degenen die negatief denken over islam en moslims bereik je daar niet mee.” Aan de andere kant wordt gesteld: “Op het moment dat iemand toevallig de tentoonstelling ziet en denkt: Oh oké, interessant, dan heb je toch iemand bereikt.”

Stelling 2: Moslims zouden meer kunnen samenwerken met stadsmusea, zodat niet alleen de vaak negatieve berichten uit de media bewaard blijven, maar ook hun dagelijks leven.

Daar is het merendeel van het publiek het mee eens. Vanuit het panel wordt gezegd dat moslims in zijn algemeenheid meer zouden kunnen samenwerken. “Soms zijn we geneigd om ons terug te trekken, maar met het oog op de lange termijn kan het interessant zijn om te zorgen dat mensen hun informatie uit een museum kunnen halen in plaats van uit kranten en vluchtige media. Een museum heeft een lange adem.” Een ander panellid sluit daarop aan: “Als informatie over moslims/islam op een gegeven moment overal is, dan kijkt niemand er meer van op, en dat zou de beeldvorming positief kunnen beïnvloeden.”

Stelling 3: Als moslims hun leven in Nederland willen vastleggen en bewaren voor het nageslacht, kunnen ze beter een eigen museum beginnen.

Dat het (dagelijks) leven van moslims in de stad gepresenteerd zou kunnen worden in musea, vindt iedereen wel een goed idee. Maar of daar een eigen museum voor nodig is? In eerste instantie krijgt dat idee weinig bijval. Na enige discussie zien sommigen toch wel wat voordelen: “Dat er nu aandacht voor (bekeerde) moslims was in het Amsterdam Museum is prachtig, maar waarom zou je niet ergens heen kunnen gaan waar dat altijd te zien is? Denk aan het Joods Historisch Museum. Een moskee is voor niet-moslims meer beladen, een museum haalt de scherpe kantjes er af.” Uiteindelijk is het publiek het erover eens: het is belangrijk dat er een plek is/komt waar mensen naar toe kunnen gaan. Er is namelijk wel degelijk behoefte aan informatie, wat bijvoorbeeld ook de succesvolle actie van het gratis weggeven van de Nederlandstalige Koran met Koningsdag illustreert. Het panel vult aan: “Je hebt een vaste plek nodig en een museum kan laagdrempelig zijn.” Toch blijft er ook enige twijfel over nut en noodzaak van een apart museum: “Ik zie de T-shirts al voor me”, wordt er in het panel gegrapt, “rot lekker op naar je eigen museum!”

Van gebruiksvoorwerp naar museaal object

Stelling 4: Als je iets schenkt aan een museum, kun je er zelf (meestal) niet meer over beschikken. Het zou goed zijn als dat wel zou kunnen.

Niemand van de aanwezigen is het hier mee eens. Vanessa licht de stelling toe: “Er was eens een dame die haar Turkse bruidshoofddoek op zich wel in de collectie van het Amsterdam Museum wilde laten opnemen, maar onder voorwaarde dat haar dochter ‘m zou kunnen gebruiken voor haar eigen trouwdag. Dat was uitgesloten.” Het voorbeeld verduidelijkt het dilemma maar het publiek blijft het er over eens: als je iets aan het museum schenkt, is het logisch dat je er zelf niet meer over kunt beschikken.

Stelling 5: Bij eigentijds/hedendaags verzamelen krijgt een object pas betekenis als je weet welk verhaal er bij hoort.

Deze stelling lokt gemengde reacties uit: een verhaal maakt iets interessant maar het is ook leuk om zelf een verhaal bij een object te verzinnen. “Soms wil je zelf een verhaal vormen, naar buiten gaan met nieuwe vragen. Dat lukt misschien beter als je het exacte verhaal niet kent.” Maar ook: “Het wordt interessanter als er een verhaal bij vertelt wordt, soms krijgt het object dan pas betekenis.” Twee panelleden zijn het daar 100% mee eens, onder meer een lerares op een basisschool: “Als ik aan leerlingen een verhaal vertel, dan zijn ze opeens geïnteresseerd.” Er is ook een andere reden voor het documenteren van het verhaal bij het object: het bewaren van de geschiedenis. Zoals een panellid opmerkt, wijzend naar de rood-wit-blauw-oranje hoofddoek, die te zien is in de zaal: “Stel je voor dat niemand het verhaal achter deze specifieke hoofddoek kent, dan denken mensen over 200 jaar misschien wel dat iedereen er in onze tijd zo uit zag!” Er zijn ook anderen in de zaal die zich in beide kanten kunnen vinden: “Aan de ene kant is het mooi dat je bij kunst je eigen verhaal kan verzinnen, aan de andere kant is het ook leuk om het (achtergrond)verhaal te weten.” Vanessa vult aan: “De feedback in het gastenboek van de tentoonstelling Bekeerd was: graag meer persoonlijke verhalen!”

Aan (bekeerde) moslims worden vaak dezelfde soorten vragen gesteld, in dat opzicht zou het wel handig zijn om dan naar een museum te kunnen verwijzen. Zo geeft iemand uit het publiek aan: “Het is aan ieder van ons om aan anderen ons verhaal te vertellen. Maar waar ik tegenaan loop, is dat je soms even snel boodschappen wil doen en dan niet gelijk je hele levensverhaal wilt vertellen aan een vreemde. Mensen stellen zó veel vragen. Soms ben je wandelend museum!”

Stelling 6: Er zou naast de museale collectie die het Amsterdam Museum nu beheerd, een “gebruikerscollectie” moeten komen die ook getoond kan worden op plekken die niet voldoen aan museale eisen van klimaatbeheersing en beveiliging.

“Mee eens”, klinkt het vanuit het publiek. Het voordeel is dat het publiek er dan aan mag zitten. “Er wordt bijvoorbeeld vaak gevraagd: waarom draag je een hoofddoek terwijl het zo warm is?” Niet-moslims kunnen zich daar dan in verdiepen door het een keer te proberen”. De dames van Speesjaal, ook in het publiek, vertellen over het succes van hun workshops hoofddoek knopen: “We lieten zien hoe je de doeken draagt en daarover gingen we in gesprek. Dat bracht wat teweeg.”

“Zou een museum dat moeten faciliteren?”, informeert Vanessa.

Het panel vindt unaniem van wel: “Denk aan Nemo: de activiteiten daar voor kinderen vinden we zelf vaak ook heel leuk! Bij de tentoonstelling Bekeerd lag op de grond een geprint gebedskleed, het zou heel cool zijn om dat echt te hebben. Dat het meer doe-achtig wordt.” De lerares: “Ik denk meteen aan leskisten en zo, ga er maar mee spelen”. “Aanraken is heel erg leuk, zelf doen ook”. Het publiek vult aan: “Er is op YouTube een filmpje van een plek, ergens in Amerika, waar mensen kunnen uitproberen om een hoofddoek te dragen , met informatie voor mensen die zelf niet moslim zijn”. We zien het al helemaal voor ons: “Moslims komen naar je toe deze zomer!”

Praktische uitvoering

Stelling 7: Het Amsterdam Museum zou vitrines moeten neerzetten, in de stad of in het museum, waar mensen zelf objecten kunnen achterlaten.

Op deze stelling wordt gemengd gereageerd. Aan de ene kant: “Doen, wie weet wat het oplevert” maar aan de andere kant: “In de publieke ruimte is te kwetsbaar”. Er zijn wel goede voorbeelden, in Amsterdam- Oost is er een boekenkast waar je boeken kunt achterlaten. Dat is heel leuk. Maar de voorwerpenzuil in Amsterdam-West was minder succesvol : “Dat heeft een maand gewerkt en daarna is die helemaal leeggeroofd”. Vanessa oppert nog een omgeving als Burgerzaken, of een andere plek waar je lang moet wachten, “Dan heb je iets te doen”. Maar de meerderheid van zaal en panel loopt niet erg warm voor het idee.

Stelling 8: Het Amsterdam Museum zou heel goed vrijwilligers kunnen inzetten om te helpen de verhalen bij objecten te verzamelen.

Hier wordt positief op gereageerd: “Mensen vertellen verhalen misschien eerder aan iemand die ze kennen, of die op ze lijkt, dan aan museummedewerkers”. Er is ook een kritische kanttekening: “Het is werk, daar hoort een vergoeding te zijn. Veel mensen zoeken een baan. Het is geen goede ontwikkeling om dat als vrijwilligerswerk aan te merken.”

Stelling 9: Het Amsterdam Museum zou moeten faciliteren dat specifieke doelgroepen waarover een tentoonstelling wordt gemaakt, zoals in dit geval bekeerde moslims, zélf mee mogen helpen de tentoonstelling samen te stellen en in te richten.

Het publiek en het panel zijn het unaniem eens: dat hoeft niet. Informatie aandragen en meedenken, zeker! Maar vervolgens ook vakmensen aan de slag laten gaan en je dan laten verrassen. “Als je een verhaal over iemand vertelt, dan kun je diegene er niet buiten laten. Maar het samenstellen van een tentoonstelling is een vak apart. Aan Bekeerd hebben veel mensen meegewerkt, maar vakmensen hebben het vormgegeven en opgehangen. Dat was prachtig om te zien.”

Denk mee met het Amsterdam Museum

De bijeenkomst wordt afgesloten met een oproep vanuit het projectteam ‘Ontmoet Amsterdam’: deel je ideeën met ons! Mirjam Sneeuwloper legt uit: “Vanuit het Amsterdam Museum vinden we het belangrijk om nog meer mensen te betrekken bij het ontwikkelen van tentoonstellingen en producten. Daarvoor hebben we jullie input nodig. Het plan is om rondetafelgesprekken te organiseren en we hopen velen van jullie daar weer te zien.”

Dankzij deze geslaagde bijeenkomst zijn we ervan overtuigd dat dat ook gaat lukken. We hebben veel nuttige feedback ontvangen op de stellingen en er zijn een aantal concrete ideeën met ons gedeeld. Wordt vervolgd dus!

De volgende bijeenkomst vanuit het project Ontmoet Amsterdam staat ook al gepland: op zaterdag 6 juni gaan we in gesprek met mensen die zich betrokken voelen bij het onderwerp genderdiversiteit. In het najaar is er in het Amsterdam Museum een tentoonstelling te zien met als thema transgender.