Stadsmusea houden zich vooral bezig met materieel erfgoed: van 17de eeuwse schuttersstukken tot de voetbalshirts van Floor Wesseling. Maar musea documenteren ook de verhalen en informatie achter deze objecten. Lees hier bijvoorbeeld over de rituelen rond de vijandschap tussen Amsterdam en Rotterdam. Deels komen stadsmusea hiermee op het terrein van het immaterieel erfgoed: sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen erkennen als cultureel erfgoed. “Immaterieel erfgoed wordt overgedragen van generatie op generatie en is belangrijk voor een gemeenschappelijke identiteit”, staat op de website van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE). Maar erfgoed kan ook juist tegenstellingen tussen groepen duidelijk maken. Het meest bekende Nederlandse voorbeeld is Zwarte Piet. Dat bleek duidelijk in 2014 tijdens het gesprek over Zwarte Piet bij het VIE tussen  de VN-werkgroep voor Mensen van Afrikaanse Afkomst, onder leiding van Verene Shepherd, met Nederlandse erfgoedinstellingen, nakomelingen van slaven en historici.

 Officiële tak van erfgoed

Vanaf 1 september 2014 is het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed ook in het Koninkrijk Nederland in werking getreden. Immaterieel erfgoed is een officiële tak van erfgoed geworden. Eén van de verplichtingen die Nederland met de ondertekening van het verdrag op zich nam, is het in kaart brengen van het immaterieel erfgoed op zijn grondgebied. In Nederland heeft het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) de taak gekregen om UNESCO Conventie uit te voeren en activiteiten te organiseren gericht op behoud, beheer en ontwikkeling van het immaterieel erfgoed in Nederland. 

Het VIE coördineert ook de samenstelling van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Inmiddels staan er 72 tradities die op de Nationale Inventaris. variërend van maar liefst vijf bloemencorso’s en een fruitcorso, (Goudse) kleipijp en klompen maken, de Heilig Bloedprocessie in Boxtel, Vendelzwaaien…… Inderdaad, niet bepaald grootsteedse tradities. De steden zijn slecht vertegenwoordigd.Amsterdam is alleen aanwezig op de inventaris met angisa binden en koto maken. Deze traditie is ingediend door Stichting Surinaamse Vrouwen Bijlmermeer. Een traditie kan namelijk pas op de inventaris komen als de ‘erfgoedgemeenschap’ een verzoek indient. Het Amsterdam Museum heeft ook aan de immateriële aspecten van angisa en koto uitgebreid aandacht besteed door middel van de beelden en verhalen over de betekenis van deze kledingstukken, verzameld tijdens Keti Koti 2013. Hier zijn ze allemaal te zien en te lezen.

Programma studiedag 9 oktober

Hoe zit het met immaterieel erfgoed in de stad? Biedt de UNESCO-benadering van immaterieel erfgoed ruimte voor nieuwe, dynamische vormen van cultuur en vluchtige communities? Of staat het ritme van de stad haaks op de UNESCO-conventie voor de bescherming van immaterieel erfgoed? Vanuit deze vragen bedachten het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE), Imagine IC, Amsterdam Museum en Museum Rotterdam een spannend programma.

Naast meer theoretische bijdragen van onder ander Prof. Dr. Gertraud Koch (Universiteit van Hamburg) en Dr. Irene Stengs (Meertens-Instituut), worden er cases gepresenteerd over straatvoetbal, technocultuur, partypraktijken en jongerentaal, ebru, hennaschilderen, de Afro-Nederlandse identiteit en voetbalrituelen. Amsterdam Museum conservatoren Tom van der Molen en Annemarie de Wildt gaan in op het verzamelen van voetbal rituelen, waar we al mee begonnen zijn tijdens de tentoonstelling Voetbal Halleluja! die nu langs Europese steden reist en overal nieuwe verhalen over lokale en globale tradities vertelt en verzamelt.

Voor het uitgebreide programma download hier de folder (pdf). 

Aanmelden voor de studiedag via immaterieelerfgoed@live.nl.

De deelnamekosten bedragen € 20,–, inclusief lunch, koffie/thee en een drankje en een hapje. Wees er snel bij, het aantal plaatsen is beperkt. De deelname wordt pas definitief na overmaking van het verschuldigde bedrag op rekeningnummer NL25 INGB 0680 5067 56 ten name van de Stichting voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed in Utrecht.

Je kunt heel gemakkelijk betalen via de webwinkel van het VIE.