Het kaartkunstwerk is enorm: meer dan één meter hoog en bijna twee meter lang. Bijzonder is ook het materiaal. De kaart is niet op doek geschilderd, maar op leer. Het leer, verdeeld in gelijke vierkantjes, is weer vastgemaakt op een houten ondergrond. Op een paar plekken moet het leer worden schoongemaakt, maar het geheel ziet er na 75 jaar nog heel goed uit.
Het is een fascinerende kaart, maar wel van Nederlands-Indië. Wat heeft het Amsterdam Museum daarmee te maken? Nou, heel wat. Een groot deel van de Amsterdamse rijkdom is gebouwd op de koloniën, zeker Nederlands-Indië. De geschiedenis van Amsterdam is niet los te zien van die van het huidige Indonesië (en Suriname, maar dat is weer een ander verhaal).
Deze kaart heeft jarenlang in een kantoorpand aan de Keizersgracht gehangen, nummer 369. Daar zat sinds november 1940 het hoofdkantoor van de Algemeene Nederlandsch-Indische Electriciteit Maatschappij (ANIEM). Deze plattegrond was volgens het opschrift een geschenk van het personeel ‘ter gelegenheid van het betrekken van haar nieuw kantoorgebouw’. De belangrijkste energiebedrijven van de ANIEM staan erop aangegeven.
In de jaren 1970 is de Algemeene Nederlandsch-Indische Electriciteit Maatschappij ontmanteld. Nederlands-Indië bestond toen al lang niet meer; na jaren van strijd had Nederland in 1949 eindelijk de onafhankelijke republiek Indonesië erkend. Het is opvallend dat ANIEM daarna nog zo lang heeft bestaan.
Na de opheffing was de leren kaart jarenlang in particuliere handen, tot hij onlangs werd aangeboden aan het Amsterdam Museum. Bij de schenking hoort een bronzen plaquette van ANIEM uit 1934, waarop Java en Borneo te zien zijn. Samen vormen de plattegronden een waardevolle aanvulling op de collectie van het Amsterdam Museum.