Voor de palenrij
We zien hier de Amstel in zuidoostelijke richting. De rivier was belangrijk voor de binnenvaart tussen Amsterdam en steden als Utrecht en Gouda. Rechts aan de kade liggen schepen in een rij voor anker. Het was het laatste stuk kade voor de palenrij in de Amstel, die pal voor de Blauwbrug lag; op het schilderij is deze te zien op de voorgrond. Op enkele plekken was er een opening in de palenrij, waar kleinere schepen overdag doorheen konden varen naar bestemmingen verder stadinwaarts.
Boomhuisje
Rechts naast de palenrij is het huisje van de ‘boomwachter’. Dit was een functionaris in dienst van de stad, die 's avonds - na het luiden van de poortklok - een 'boom', een lange paal, in de opening van de palenrij moest aanbrengen om de doorvaart onmogelijk te maken en deze ’s ochtends weer moest weghalen. Het Boomhuisje deed tevens dienst als kantoor van de ambtenaar, die belast was met het innen van accijnzen, die werden geheven op goederen die in de stad werden ingevoerd.
Amsterdams jacht
Het schip dat het meest prominent is afgebeeld, is het jacht dat rechts op de voorgrond ligt aangemeerd. Aan boord tellen we zeven personen: vier heren en drie dames. Het vaartuig is getooid met een vlag waarop het wapen van Amsterdam prijkt. Of het hierbij om een officieel stedelijk jacht gaat, een plezierjacht of anderszins, is niet bekend.
Amstel zonder hoofdgrachten
De bebouwing langs de westelijke oever van de Amstel geeft een situatie weer die grotendeels heeft bestaan tot na 1657. In dat jaar besloot de stadsregering tot een nieuwe uitbreiding van het stadsoppervlak: ‘de Vierde Uitleg’. Hierbij zouden de hoofdgrachten van de grachtengordel, de Heren-, Keizers- en Prinsengracht, die tot dan toe liepen tot de Leidsegracht, worden doorgetrokken tot aan de Amstel. Hierdoor moesten ingrijpende doorbraken worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing langs de Amstel.
Wil je meer weten over dit schilderij, klik dan hier.