De expositie in het Amsterdam museum doet de bontgekleurde geschiedenis van graffiti in zowel Amsterdam als New York eer aan. Met unieke schilderijen, blackbooks, filmfragmenten, een nagebouwde metrotunnel en heel veel foto’s krijgt de bezoeker een uitstekend beeld over hoe graffiti ontstaan is, waarbij het verspreiden van iemands graffitinaam centraal staat. Waar de tentoonstelling wat minder aandacht aan besteedt is de recentere geschiedenis van Amsterdamse graffiti. Waarom riskeren honderden jongere en inmiddels ook oudere graffitischrijvers maandelijks nog steeds torenhoge boetes, beten van herdershonden, elektrocutiegevaar en/of bijtende verwijten van voorbijgangers? Maar ook, hoe kan het dat de ‘basisregels’ van graffiti zoals opgeschreven in Subway Art, nog steeds zo massaal gerespecteerd worden? Deze vragen beantwoord ik in een Engelstalig, wetenschappelijk artikel. De belangrijkste bevindingen uit dat artikel vat ik in deze blog kort samen.

Een tag (Bern), een character (Oase), een throw-up (Jake) en een piece (Mickey) op verschillende plaatsen in Amsterdam.

Een tag (Bern), een character (Oase), een throw-up (Jake) en een piece (Mickey) op verschillende plaatsen in Amsterdam.

Om met de eerste vraag te beginnen, sociaal wetenschappers, van antropologen tot criminologen, die graffiti onderzoeken komen telkens weer tot de conclusie dat de meeste makers van graffiti, graffitischrijvers, gedreven worden door het verkrijgen van ‘fame’. Door hun bijnaam zo vaak en zo mooi mogelijk te schrijven op zichtbare plaatsen in de stad krijgen zij naamsbekendheid. Ze zijn hier zeer intensief mee bezig en hiervoor hebben wetenschappers ook een grote variëteit aan verklaringen, zoals “pleasure and desire caused by increasing skills (...), adrenaline from its illegality (...), something in the act of writing [that] feels ‘right’ ”. Maar ook, het idee dat de spuitbus eigenlijk het verlengde is van een piemel in een zoektocht naar de mannelijkheid van graffitischrijvers die vaak jonge jongens zijn. 

Ook de tien Amsterdamse graffitisschrijvers die ik interviewde voor mijn onderzoek bleken zeer diverse beweegredenen te hebben. Wel verspreiden zij allemaal hun naam via tags, throw-ups en pieces (zie figuur 1). Dit gaat het meest efficiënt als je werk ook blijft staan en daarom respecteerden de meeste ook de basisregel in graffiti: respecteer bestaand werk.

'Beef'

'Beef'

Maar, zoals figuur 2 laat zien, de ‘regels’ worden niet altijd gerespecteerd. In dat geval ontstaat er ruzie, 'beef', die vaak rechtstreeks van de muren af te lezen is. Een eerste belangrijke waarneming is dus dat niet elke graffitischrijver de ‘regels’ even serieus neemt: sommigen staan blijkbaar verder af van de onderling afgesproken regels (de subcultuur) dan anderen. Hier is niets nieuws aan, in de graffiti documentaire Style Wars zei Cap – die massaal andermans werk overspoot - al:

“I’m not a graffiti artist. I am a graffiti bomber. There’s two styles of graffiti that are trying to co-exist with each other. But it ain’t gonna work like that. Blood wars, buddy. Blood wars.“

Een ander element waar graffitischrijvers van elkaar verschillen is de mate waarin ze illegale graffiti aanbrengen. Zo zijn wat oudere graffitischrijvers met meer verantwoordelijkheden vaak vooral nog legaal actief op graffitivrijplaatsen, maar, ook net beginnende graffitischrijvers beginnen vaak op ‘minder’ illegale plaatsen zoals schoolbanken.

 Typologie van graffitischrijvers: Amateurs, Kunstenaars, Bombers en Outsiders

 

 

Connectie met de graffiti-subcultuur

 

 

Zwak

Sterk

Mate van de illegaliteit van de graffiti die hij/zij produceert

Laag

Amateur

Kunstenaar

Respondent C, D, G. K

 

Hoog

Outsider

Respondent 6,E

Bomber

Respondent F, S, B, A

 

Zoals de tabel laat zien zijn er, wanneer je op basis van deze twee elementen naar het ruimtelijk gedrag van graffitischrijvers kijkt, vier typen: Amateurs, Bombers, Outsiders en Kunstenaars. Het is niet gezegd dat deze typen precies hetzelfde gedrag vertonen, maar het lijkt er wel op dat elke groep gedeelde aspecten ontwikkelt. Dit wordt het duidelijkst wanneer we kijken naar hoe elk type op een verschillende manier de geschiktheid van een bepaalde plaats voor een bepaald soort graffiti bepaalt.

Amateur

Amateur

Aangezien ik geen amateurs geïnterviewd heb is dit type vooral gebaseerd op mijn eigen ervaringen, eerst als beginnend en nu als gepensioneerd graffitischrijver. Graffitischrijvers beginnen vaak op jonge leeftijd, vooral door heel veel te tekenen en oefenen op ‘veilige’ doch soms (enigszins) illegale plaatsen, zoals schoolbanken en deuren van wc’s. Aangezien ze nog maar net begonnen zijn hebben ze meestal weinig contact met andere graffitischrijvers waardoor ze soms de 'regels’ van de subcultuur niet goed kennen en ook vaak moeite hebben om kwalitatief goede graffiti te zetten. Aangezien goed graffiti zetten oefening vereist worden  schrijvers die gestopt zijn met frequent graffiti zetten, maar toch nog af en toe wat doen, vaak ook weer amateurs. Ze kennen nog een beperkt groepje graffitischrijvers en al ze nog eens graffiti gaan zetten doen ze dat daar waar de pakkans laag/afwezig is.

Bomber

Bomber

Bombers zijn erg veel illegaal actief, ze praten veel over graffiti en denken er veel over na. Ook hebben ze al aardig wat ervaring opgedaan. Ze zijn continue op zoek naar nieuwe legale en illegale plaatsen voor graffiti waarbij het belangrijk is dat veel graffitischrijvers hun werk zien.  Ze hechten namelijk veel waarde aan erkenning van andere schrijvers en komen graag met hen in contact. Niet alleen voor de gezelligheid, maar ook om te leren over goede plaatsen, verftechnieken en, niet onbelangrijk, wat te doen als ze met de politie in aanraking komen. Enerzijds worden bombers gedreven door de spanning van het illegaal graffiti zetten. Anderzijds zijn ze doordat ze zich blijven ontwikkelen “eigenlijk steeds onderweg, het is eigenlijk een reis naar het oneindige” (Respondent K). Maar, ook het plezier of de uitlaatklepfunctie wordt vaak genoemd: “Je moet het uiten, je moet het kwijt. Ik kan niet te lang stil zitten (..). Het is een soort verslaving, het is gezonder dan drugs” (Respondent B)

Outsider

Outsider

Outsiders zetten vooral graffiti voor de kick zelf en geven aan er niet verslaafd aan te zijn. Als hun graffitivrienden – die vaak ook niet echt veel hebben met andere graffitischrijvers – stoppen zij ook: ze hechten minder belang aan erkenning van andere(n) (schrijvers). Graffiti zetten doen ze vooral voor zichzelf en ze zijn niet zo geïnteresseerd in het ontwikkelen van een stijl.  Toch zijn ze erg productief; de door mij geïnterviewde outsiders zetten gemiddeld zo’n 35 tags, twee throw-ups en één piece per week. Toch is graffiti “een bijding in mijn leven, een extra zeg maar, meer een hobby” (Respondent 6). Outsiders houden van riskante plaatsen maar worden liever niet gepakt. Toch trekken ze zich meestal niks van camera’s en (torenhoge) boetes aan. Sterker nog, als hun werk schoongemaakt wordt komen ze vaak terug om met moelijker verwijderbare materialen, zoals teerspuitbussen, hun naam opnieuw neer te zetten.

Kunstenaar

Kunstenaar

Kunstenaars zijn vaak op jonge leeftijd begonnen met het zetten van veel illegale graffiti. Maar, ze zijn nu, nu ze meestal wat ouder zijn, vooral nog legaal actief. Ze denken veel na over graffiti en hun eigen werk en hebben een diepe drang om “te creëren, om te scheppen, om te tekenen, te schilderen en dat ik daarvoor een spuitbus gebruik plaatst mij in het hokje graffiti maar ik zou dat net zo goed met olieverf, acryl of potlood kunnen doen” (Respondent D). Ze hebben een diepe liefde ontwikkeld voor graffiti, en een groot deel van hun vriendenkring bestaat nog steeds uit graffitischrijvers. Vaak zetten ze dan ook graffiti voor de gezelligheid, voor de sociale contacten, maar voor sommigen is het maken van graffitikunst ook de voornaamste inkomstenbron. Soms organiseren ze ook dagen waarop ze met grote groepen aan de slag gaan, inclusief barbecues en bier. Vaak gebeurt dit op vrijplaatsen waar het belangrijk is dat je een goede foto kunt maken omdat het werk – door ruimtegebrek - vrij snel weer wordt overgeverfd. Toch zet de graffitikunstenaar ook nog zo nu en dan illegale graffiti, maar dan wel op plaatsen waar de pakkans laag en de kans dat de tag, throw-up of piece lang blijft staan hoog is.

Jannes vertelt over graffiti

Jannes vertelt over graffiti

Nieuwsgierig geworden naar mijn onderzoek? Klik dan hier voor mijn Engelstalig artikel over graffiti of hier voor andere artikelen.

Of beter nog, roept dit stuk vragen op of ben je het zwaar oneens met bepaalde dingen? Reageer dan hieronder, of stuur een mailtje naar jannes.vanloon@ees.kuleuven.be