De projectleider van de tentoonstelling kwam in contact met een groepje MediaLAB studenten. Zij zijn de afgelopen maanden bezig geweest met het ontwikkelen van een brainstorm format, waarmee je alle lagen van interactie in een tentoonstelling zou kunnen ontwikkelen. Dat kwam voor het projectteam mooi uit, want zij zaten net in de fase om hier verder over na te denken. Ik neem je in deze blog graag mee door het brainstorm format dat deze studenten hebben ontwikkeld. Als medewerker Nieuwe Media ben ik geïnteresseerd in brainstormmethoden waarmee je interactieve en participatieve lagen in een tentoonstelling kunt ontwikkelen. Daarom schoof ik graag aan om te kijken hoe de groep MediaLAB studenten hierover hadden nagedacht. Zelf hebben wij vanuit het team Nieuwe Media ook wel brainstormsessies gehouden met collega’s over interactie en participatie dus ik was ook benieuwd of hier elementen inzaten die we wellicht in de toekomst kunnen (her)gebruiken.
Persoonlijke herinneringen
We startten de brainstorm met een individuele oefening. Welke persoonlijke herinneringen hadden wij zelf bij het onderwerp? Welke emoties riep dit op? Bij een onderwerp als Schiphol kun je je voorstellen dat iedereen hier wel een beeld bij had. Ik heb zelf jarenlang een bijbaan gehad op Schiphol dus ik kon zeker meepraten over leuke herinneringen. Alle persoonlijke ideeën schreven we op post-its en plakten we op een groot vel.
Voor wie doen we het?
Vervolgens kregen we een vragenlijst die gericht was op de vraag ‘voor wie maken we deze tentoonstelling’. Wie zijn deze personen? Wat vinden zij belangrijk? Wat motiveert hen om naar een museum te gaan? Deze oefening deden we ook individueel en we schreven onze antwoorden op post-its. Nadat iedereen hier over had nagedacht, gingen we kort in op de verschillende ideeën van het team. Ik had het fijn gevonden als we hier nog net wat meer aandacht aan hadden besteed, maar vanwege een strak tijdschema gingen we door naar het volgende onderdeel.
Pick a (interactive) card!
De eerste stappen in de brainstorm waren voor mij niet nieuw, maar het volgende onderdeel wel. Op de tafel lagen verschillende kaartjes met daarop namen en afbeeldingen van interactieve tools, denk aan een mobiele app, een audiotour, een multimedia tour, (video)games, een touchscreen en QR codes.
De groep werd in tweeën gedeeld en aan ieder groepje werd gevraagd één van de interactieve tools uit te kiezen (met de ideeën uit het eerste gedeelte van de brainstorm in het achterhoofd). Om je een goed beeld te geven van de mogelijkheden van iedere tool, stond op de achterkant van het kaartje omschreven wat de tool precies inhoudt, welke mogelijkheden deze biedt en waar het nog meer goed bij zou passen.
Ik vond dit erg leuk gedaan en door de omschrijving op de achterkant kreeg je meteen een idee van de mogelijkheden. Beide groepen kozen een interactieve tool uit. Dit werden de audiotour en de touchtable gecombineerd met het game kaartje.
Werk het idee verder uit
Beide groepen gingen aan de slag met het uitwerken van de ideeën voor de gekozen interactieve tool. Nadat we hier in ons groepje eerst vrij over konden nadenken, kregen we een zogenaamde ‘Concept Form’ door middel van dit formulier werden we gemotiveerd ons idee verder te specificeren.
Klaar om door te spelen naar een ‘interactive vormgever’?
Naar mijn mening was ons idee al zo goed gespecificeerd door middel van de ‘concept form’, dat dit voor mij het moment zou zijn om dit aan een ‘interactive vormgever’ voor te leggen. Zij zijn de creatievelingen die deze ideeën kunnen vertalen naar een bepaalde vorm. Wij zijn wel even op de ‘tekenstoel’ gaan zitten (wat natuurlijk leuk is), maar ik vind dat je hier een vormgever de ruimte in kunt geven.
Hebben wij hier wat aan gehad?
Zeker, het heeft ervoor gezorgd dat onze ideeën voor een interactieve laag in een rap tempo op papier zijn gezet en eigenlijk ‘ready to go’ om door te pakken.