Pieter Tanjé naar Cornelis Troost, ‘t Verliefde Bregtje, 1768. Amsterdam Museum, A 11749 uitsnede.jpg

Pieter Tanjé naar Cornelis Troost, ‘t Verliefde Bregtje, 1768. Amsterdam Museum, A 11749 uitsnede.jpg

The talk of the town

Grote commotie op de stoep: daar, in het gezelschap van haar ouders, de dienstmeid, een roddelende tante én de buurman wordt Brechje verrast door de komst van haar geliefde, Robbertus. Geschrokken tracht haar vader haar met zijn hoed het zicht op de jongeman te ontnemen, maar tevergeefs:

’t hart is uw magt te boven.
Een vuur, dat hevig brand, valt moeilijk uit te dooven.

Zo luiden enkele dichtregels uit het onderschrift bij de prent. Het blijspel vertelt de komische liefdesgeschiedenis van Brechje, die tegen de wil van haar ouders maar al te graag wil trouwen met Robbertus. De ouders betwijfelen of deze knaap wel een geschikte huwelijkskandidaat is voor hun dierbare dochter. Veel liever hadden zij Brechje aan een man van goeden huize uitgehuwelijkt. Maar tijdens een avondje uit gebeurde het: toen leerde Brechje de flamboyante Robbertus kennen en sloeg de vonk over.  

Ien Mooije Jongman, maar ien zwierigen haan
Die schraapte mit zyn voeten in de aard, en maakte ruijmbaan
Voor Brechje, grypt haar by de hand, en begint haar aan te lonken;
Och! ’et is gedaan, Brechje begint in liefde te onfonken

Pieter Tanjé naar Cornelis Troost, ‘t Verliefde Bregtje, 1768. Amsterdam Museum, A 11749.jpg

Pieter Tanjé naar Cornelis Troost, ‘t Verliefde Bregtje, 1768. Amsterdam Museum, A 11749.jpg

Met name de wat excentrieke kledingstijl van ‘die gestrikte zwierhaan’ stoot de ouders tegen de borst. Inderdaad, zoals te zien op deze prent steekt de Franse frak en pruik van Robbertus sterk af tegen de sombere, conservatieve Hollandse kledij. Maar zij maken zich ook andere zorgen: is de liefde van deze man, die hun dochter het hoofd op hol brengt, wel gemeend? Immers, ‘de vrijers zyn nu niet zo oprecht als in de Oude tyd’. Misschien is het de schobbejak alleen maar om geld te doen. Een dergelijke verbintenis zou zomaar de goede naam van de familie kunnen bezoedelen. Door de hele affaire is de familie nu al ‘the talk of the town’!

 

Cornelis Troost, Het verliefde Brechje, Stadsarchief Amsterdam van Eeghen.jpg

Cornelis Troost, Het verliefde Brechje, Stadsarchief Amsterdam van Eeghen.jpg

Eind goed, al goed?

Maar Brechje houdt voet bij stuk: haar Robbertus zal in zijn trouw volharden.

Vader die vergeet de deugd van Robbertus, allien om zyn zwierig gewaad;
Ei! Vader, veranderd van opzet, en laat my met Robbertus trouwen,
En laat ons het inwendige en niet het uitwendige beschouwen.

Zo tracht Brechje haar ouders te overtuigen. Niet het uiterlijk maar het innerlijk is waar het bij duurzame liefde om gaat. Bovendien, ga bij jezelf te rade: zijn we niet allemaal wel eens in een dolle bui wat te uitbundig geweest?

Inderdaad, daar heeft ze toch wel gelijk! Na nog wat wijze raad van de buurman is vader uiteindelijk overtuigd: voortaan zal hij niet op uiterlijk oordelen en bovendien zelf wat matigen in het kaartspel en het aantal glaasjes wijn:

‘k Wou dat by alle Vaders vroeg wierd bedacht,
’t Geen ik nu, te laat, by my zelf verfoei en veracht.
Zie daar, Robertus, aanvaard de hand van myn eenigste kind,
Ik geefze u tot je Vrouw, wyl jy haar zo oprecht bemind;
En om dat ik heb bemerkt, dat je zyt een Jongman met eeren.

Niets staat Robbertus en Brechje meer in de weg: nu kunnen zij in het huwelijk treden.

 

Een scène uit Het Verliefde Brechje. Jan Punt naar Paulus van Liender, De gemene buurt uit serie Afbeeldingen der decoratiën van den verbranden Amsterdamschen Schouwburg, 1772. Amsterdam Museum, A 36190

Een scène uit Het Verliefde Brechje. Jan Punt naar Paulus van Liender, De gemene buurt uit serie Afbeeldingen der decoratiën van den verbranden Amsterdamschen Schouwburg, 1772. Amsterdam Museum, A 36190

De Nieuwe Amsterdamse Schouwburg  

Het Verliefde Brechje is van de hand van Pieter Willem van Haps, een vermoedelijk Amsterdamse toneelschrijver over wie nagenoeg niets bekend is. Zijn vermakelijke toneelstuk zal bij tijdgenoten ongetwijfeld in de smaak zijn gevallen. In de periode 1700 – 1769 werd het stuk tenminste 41 keer opgevoerd in de Nieuwe Amsterdamse Schouwburg aan de Keizersgracht. Met de lichtvoetige humor, de korte duur en het romantische en lichte thema past het stuk in de bruisende toneelcultuur van de achttiende eeuw, waarin het blijspel een populair genre was. Een dergelijk vermakelijk en kort stuk werd destijds vaak als afsluiting van de avond, na een toneelstuk met een serieuzere thematiek opgevoerd.

Het is dankzij de hier afgebeelde prent uit de collectie van het Amsterdam Museum (oorspronkelijk collectie Fodor) dat wij ;één van Van Haps’ ten onrechte in de vergetelheid geraakte toneelstukken in het vizier kregen en met plezier hier onder de aandacht brengen.

De prent werd ontworpen door de beroemde Amsterdamse schilder Cornelis Troost (1697-1750), die zich baseerde op het decor van het toneelstuk. Een knap staaltje werk: in één scène weet Troost deze turbulente liefdesgeschiedenis te vangen. De prent behoort tot een schilderijen- en prentenreeks van toneelstukken die door Troost werden vastgelegd.

Dergelijke afbeeldingen, van decors, scènes uit toneelstukken en beroemde acteurs in kostuum waren een populair achttiende-eeuws prentgenre. Tegenwoordig zijn deze kunstwerken voor ons belangrijke historische documenten, want dankzij hen krijgen wij een inkijkje in het verleden van Amsterdam. Bovendien bieden deze levendige voorstellingen inzicht in de Hollandse toneelgeschiedenis. En tot slot, wie weet, misschien steekt het verhaal over deze zegevierende geliefden de hedendaagse Brechjes en Robbertussen een hart onder de riem!