Schuilkerk

De kerk werd niet voor zijn eigen gemak van de eigenaar op zolder gebouwd. Het was een schuilkerk. In de zeventiende eeuw werden er meer kerken gebouwd die van buiten niet als kerk te herkennen waren. In steden werden kerken vooral verstopt in huizen en pakhuizen. Op het platteland werden de geheime kerken meestal in schuren gebouwd en kregen zo ook de naam 'schuurkerk'. 

Reformatie

Er was natuurlijk een reden dat schuilkerken niet te herkennen waren. Na de Reformatie overheerste de Calvinistisch Gereformeerde Kerk en konden katholieken, remonstranten, lutheranen en doopsgezinden hun geloof niet meer openbaar belijden. En zo namen zij hun toevlucht naar verborgen kerken. In eerste instantie werd er hard opgetreden tegen deze 'illegale' kerken, maar in de loop van zeventiende eeuw werd dat steeds meer losgelaten. 

Het Haentje en het Hert

In het voorhuis van zijn pand vestigde Jan Hartman een kousenwinkel. En via het steegje naast het huis konden de kerkgangers naar de kerk komen. Deze steeg heette de Heintje Hoekssteeg. Door de Amsterdamse verbastering van 'Heintje' kreeg de kerk de bijnaam 'het Haantje'. Ook werd de kerk wel 'Het Hert' genoemd naar de oprichter van de kerk: Jan Hartman. 

In de negentiende eeuw kreeg de kerk de naam Ons ‘ Lieve Heer op Solder. Toen in 1887 een nieuwe kerk gebouwd werd die net als Ons’ Lieve Heer op Solder aan Sint Nicolaas in gebruik werd genomen, verloor de zolderkerk haar functie. Om te voorkomen dat de huiskerk zou verdwijnen werd het door een aantal rooms-katholieke Amsterdammers tot een museum gemaakt in 1888.

Ons ‘ Lieve Heer op Solder

Ons ‘ Lieve Heer op Solder