Casper leerde het vak van boekillustrator van zijn vader. Rond zijn 16de was hij zo ver gevorderd, dat hij zijn vader kon helpen bij het graveren. Toen Casper op een gegeven ogenblik voor zichzelf begon, zocht hij het liefst andere opdrachtgevers dan zijn vader.

Rond 1699 vertrok Casper naar Duitsland. Hij werkte daar vooral voor de graveur en kunsthandelaar Christoph Weigel in Neurenberg.

In 1704 kwam hij terug, tot grote vreugde van zijn vader. Het jaar daarop trouwde hij met Maria Elisabeth van Aken, met wie hij een zoon Jan kreeg. Kort na de geboorte van Jan overleed Casper als gevolg van een ziekte. Op 4 oktober 1708 werd hij begraven in de Nieuwezijds Kapel.