De rede dat mijn vader in het Burgerweeshuis kwam, zou geweest zijn: Moeder was een simpele niet al te intelligente volksvrouw zonder eigen inkomen uit Amsterdam, ze woonden met veel andere Kerkwijkers in dezelfde buurt , broers, ooms, zwagers,omgeving Hoofddorpplein Aalsmeerweg. gezin met 4 kinderen. Vader zou veel vreemd gegaan zijn en was nooit thuis en gaf geen geld af. De 4 kinderen kregen daarom uiterst weinig te eten.   Een familielid (zijn opa van mijn vader?) gaf toen raad aan de onderwijzer te vertellen dat ze geen eten kregen... Onmiddelijk of snel daarna, zijn de 4 kinderen bij de ouders weggehaald... en naar Burgerweeshuis gebracht.

En zij bezochten daarna een school in de Jordaan, alle jongens en meisjes wandelden hierheen apart van elkaar in rijen ieder dag. De (semi) weeskinderen speelden buiten. De meisjes en jongens ieder op hun eigen afgesloten speelplaats, zie de huidige binnen plaatsten. De kinderen waren niet vrij om zelf naar buiten en naar binnen te gaan of op straat te spelen.

Ze sliepen in slaapzalen, met ongeveer 16 tegelijk, aldus mijn vader. En aten in eetzalen op begane grond. De kleine binnenplaats was voor de jongens en de grote binnenplaats was voor de meisjes. Ze konden elkaar niet zien of begroeten.

De oudere zus zat ook in het burgerweeshuis op de meisjes afdeling. Ze zag haar drie jongere broers nooit. Mijn vader was de broer die na haar kwam. En verder nog een jongere broer en een klein peuter broertje. Peuter broertje is in een pleeggezin opgenomen. De twee broers zijn na ruim een jaar Burgerweeshuis geplaatst in Beekzicht Epe een jongensweeshuis. De jongere broer is hier ook geplaatst. Maar dat bleek niet te lukken daar mijn vader steeds voor zijn jongere broer opkwam in Beekzicht, blijbaar was dat lastig voor de leiding. Deze broer is destijds in zelfde pleeggezin geplaatst als het baby broertje. De oudere zus is een een soortgelijk weeshuis geplaatst al mijn vader in Beekzicht Epe, maar dan in Apeldoorn of omgeving, voor meisjes. Mijn vader is tot ongeveer 14 a 15 jaar in Beekzicht geweest, ook tijdens de oorlog en heeft daar een prima tijd gehad ook tijdens de oorlog, met goed eten en drinken en veilig opgevoed door weeshuis vader en moeder.. Samen met 16 andere jongens. De meeste zijn overleden inmiddels, 1 vriend van toen , Arie van Drongelen,leeft ook nog, zij voelen zich als broers. De familie is verder uit elkaar gegroeid mede hierdoor, de oorspronkelijke zus is geemigreerd en getrouwd en af en toe op bezoek gekomen in Nederland. Zus is gestorven inmiddels. Mijn vader leeft nog november 2019 en zijn jongste peuter broertje ook. Ze hebben nooit meer contact. De andere broer is ook gestorven. Nadat mijn vader te oud was voor Beekzicht (heel mooi huis op mooie plek in Epe) is hij in een pleeggezin geplaatst in Epe. Hij ging naar de Wisselse school in Epe, een lagere school. En daarna naar de ambachtschool in Epe. Rond 16, 17 jaar is hij teruggegaan naar Amsterdam, waar hij introk bij zijn vader die inmiddels een nieuw huwelijk had en 2 andere kinderen in een kleine Amsterdamse bovenwoning waar ook zijn opa woonde. Na 1 jaar? korte tijd? ongeveer is hij op kamers gaan wonen in Amsterdam. Volgens mijn vader kon hij niet opschieten met zijn stiefmoeder en ook niet met zijn vader.

Beekzicht Epe was een kleinschalig mooi weeshuis met ongeveer 16 jongens en een tuin en een vader en moeder en schoonmaakster plus kokkin. Mijn vader had veel vrijheid en kon vrij gaan en staan waar hij wilde. Voetballen altijd op het veld voor de deur. Dankzij de jongens uit Beekzicht uit Amsterdam werd de Wisselse school elk jaar schoolkampioen. Mijn vader wil een aantal keren per jaar nog graag het huis zien in Epe en de plekken bezoeken waar hij gespeeld heeft, oander andere de Render Klippen. Minimaal 2x per jaar wil hij nog graag het Amsterdamse weeshuis bezoeken.

 

De opa van mijn vader (fijne opa aldus mijn vader) uit Amsterdam schreef hem wel eens en zocht naar zijn kleinkinderen. Moeder die geen enkel inkomen had is nog wel eens vermomd en met andere indentiteit stiekem op bezoek geweest in Beekzicht. Eenmalig ben ik met mijn vader later als kind nog wel eens op bezoek geweest bij deze voor mij totaal vreemde oma op het Prinseneiland in Amsterdam

 

Met mijn neven en nichten van de broers en zus en halfbroer en zus, heb ik zelf af en toe spaarzaam contact.  Mijn vader heeft zich wel geestelijk  bezeerd door zijn jeugd  wat invloed had op zijn verdere leven.. Mijn zus en ik hebben een prima jeugd verder gehad in Amsterdam, meeste dankzij een evenwichtige en kordate lieve moeder. Mijn opa heb ik regelmatig ontmoet, maar nooit verder over de jeugd van mijn vadedr gehad. Op zijn sterfbed heeft mijn opa me verteld: "je moet niet alles geloven wat je vader je verteld heeft".

 

Toen mijn vader op verzoek van Amsterdam museum zijn verhaal vertelde, ik was erbij, heeft hij heel erg zitten huilen  in het restaurant waar het  vraag gesprek was.. Ik had dit vooraf al aangegeven dat dit zou kunnen gebeuren.....De arme studente geschiedenis die noteerde en gesprek opnam, wist zich geen raad en wist niet wat te doen.

 

Aanvulling van Sylvia oudste dochter Jan (er is ook nog een tweede dochter)