Bij Maison Hirsch & Cie gingen de zaken zo voorspoedig dat enkele uitbreidingen ontoereikend bleken voor de ambities. Het bedrijf besloot een compleet nieuw gebouw te laten bouwen: het majestueuze pand van architect Alphons Jacot (1864-1927) dat nu een eeuw het Leidseplein verfraait. De clientèle werd er met alle egards ontvangen en persoonlijk te woord gestaan bij het maken van keuzes uit het assortiment. Dit bestond vooral uit originele Parijse couturemodellen en semiconfectie, die werd gemaakt naar de maten van de klant. In de beginperiode waren er Franse verkoopsters, die woonden op de bovenste verdieping.
Hirsch maakte deel uit van een bredere ontwikkeling in de opkomst van luxueuze modehuizen, die in 2007 onderwerp was van een tentoonstelling in het Amsterdam Museum met de veelzeggende titel Modepaleizen in Amsterdam 1880-1960. Hierin stonden zes gerenommeerde zaken centraal. Naast Hirsch & Cie waren dat Metz & Co, Magazijn de Bijenkorf, Domhoff, Gerzon en Maison de Bonneterie. "Deze kenmerkten zich door imponerende winkelpanden met aantrekkelijke etalages, een luxueuze inrichting, een hoge service aan de klant en een ruim aanbod aan nieuwste mode, als maatkleding of als luxe confectie. Allemaal spectaculaire – en dure! - nieuwigheden, die een warm onthaal vonden bij vooral de dames uit de hoogste kringen." (uit het gelijknamige boek bij de tentoonstelling).
Op het hier (gedeeltelijk) afgebeelde olieverfschilderij kijken we uit op Hirsch. Het is in 1941 vervaardigd door de, als kunstschilder nagenoeg onbekende huisschilder Chris Hoek (1907-na 1980). Uit een brief van Chris Hoek aan het museum: "Daar ik geen linnen kon bemachtigen moest ik noodgedwongen op een stuk karton schilderen". Hij schilderde dit tafereel een tweede keer vrijwel identiek, in 1945.
De oorlogstijd was voor het bedrijf Hirsch met zijn joodse karakter een inktzwarte periode: de zaak moest worden gesloten, voorraden en inventaris werden door de bezetter in beslag genomen en meerdere medewerkers vonden de dood in Duitsland, waaronder directeur Bernard Kahn, zoon van medeoprichter Sylvain Kahn.
Kort na de oorlog had Hirsch eerst een bescheiden herstart in de Kalverstraat en enkele jaren later heropende het modehuis in een deel van het oude pand, waar de zaak krap 30 jaar zou blijven. Uiteindelijk kon Hirsch het niet bolwerken tegen de toegenomen rol van winkelketens met confectiemode en veranderingen in de modesmaak. De sluiting was in 1976. Sindsdien heeft het pand huisvesting geboden aan uiteenlopende bedrijven. Momenteel is de meest prominent aanwezige een Apple Store op de twee onderste verdiepingen.
Klik hier voor meer informatie over dit object.