In 1899 wordt in Nederland de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding opgericht met verschillende landelijke afdelingen. Deze is voorstander van hygiënische en draagbare kleding. Het korset wordt streng veroordeeld: het lichaam moet in natuurlijke, gezonde vorm worden teruggebracht. Via het maandblad en via modellendozen zijn de ideeën uiteengezet en knippatronen van diverse modellen reformkleding verspreid. Met de reformdracht probeert men gezonde, praktische en toch mooie alternatieven te bieden voor zowel onder- als bovenkleding. De meeste leden zijn vooruitstrevende dames, die behoren tot de gegoede klasse. Voor het grote publiek is de overgang naar de reformkleding te excentriek.
Deze japon is eenvoudig in vorm en versiering: het model is recht van snit en zonder gemarkeerde taille. De enige versiering zit langs de rand van de vastgenaaide bolero. Reformkleding is niet aangeslagen bij het grote publiek en wordt zelfs belachelijk gemaakt. Het verschil met het bestaande modebeeld is dan ook enorm groot. De reformjapon wordt spottend 'hobbezak' genoemd. In de muziekwereld is de reformjapon populair. Vooral concertzangeressen dragen haar graag bij optredens, omdat de japonnen los om het lichaam zaten.
Ondanks dat de reformkleding niet breed aanslaat, zijn er toch verschillende dames die deze kleding dragen. Op het hoogtepunt zijn er ongeveer 2000 leden. Er wordt een school opgericht: in 1909 opent de Vakschool voor Verbetering van Vrouwen- en Kinderkleeding in Amsterdam. Op deze opleiding krijgen meisjes naaionderwijs, in combinatie met lessen over kunstgeschiedenis.
Volgende week meer over deze Vakschool...