Begin 2011 hoorde Perez voor het eerst over deze Onder Staatstoezicht periode. “Ik was daar heel boos over. Ik was 7 jaren oud toen ik hier naar toe werd gesleurd door mijn moeder. Ik heb dus alle opleidingen vanaf de 3e klas lagere school in Nederland gehad. Nou kreeg ik in de vaderlandse geschiedenislessen al bijster weinig mee, maar dat men zo'n schandelijk, cruciaal gegeven zo doelbewust verzwijgt, maakte me woest. Zeker als men kijkt naar de sociaal economische situatie van de nazaten. Het maakte me razend dat de nazaten van daders en het “establishment" van de nazaten van slachtoffers er alles aan deden om het ook zo te houden. Ik moest daar wat mee. Zo kwam het dat ik in februari/maart 2011, de tijd dat we aan de slag gaan met plannen en geld zoeken voor de slavernij herdenking maand in juni, op het idee voor deze button ben gekomen. Daar wij altijd worden afgescheept met een fooi, waarmee we nagenoeg geen grote activiteiten kunnen ontplooien, moest ik de tering naar de nering zetten. Tussendoor ter overdenking: het 400- jarig bestaan van New York kreeg € 80.000.000 belastinggeld, waarbij in feite de uitroeiing van de Manahatta indianen werd gevierd, tegen € 750.00 voor het 140- jarig jubileum afschaffing van de Nederlandse slavernij. Als enige te onderscheiden groep in Nederland hebben we nog steeds geen landelijk dekkend podium. U leest het goed, 140- jarig jubileum!”
Petten en buttons
In eerste instantie kwam Perez op het idee van een pet met het jaartal 1873. “Echter, ik noemde het al, de fooi, ik kon nooit zoveel caps maken om een opvallend signaal af te geven. Een beetje kwantum petten zou een enorme aanslag op het toegewezen budget zijn. Ik kwam toen op de idee om op exclusieve schaal 25 petten te maken en 500 buttons, zelfde belettering, zelfde kleur. Aldus geschiedde. De 25 petten zijn een collectors item, althans, nog wel. De pet is alleen voorbehouden aan personen waarvan ik inschat en weet dat zij het slavernij dossier toegewijd zijn. Zo hebben bijvoorbeeld Kaikussi, Frank Mansro, Eddy Linthorst en Artwell Cain een pet. De button werd massaler gedragen als protest tegen het bewust verzwijgen van de waarheid. De 1e oplage was 500 stuks, evenals de 2e oplage.”
Sweri
“Ik heb een afspraak, een sweri, met mezelf gemaakt. Ik ga hiermee door totdat het bij het grote publiek post vat. Zodra er geld is worden er meer gemaakt en verdeeld onder de nazaten, met het verhaal erbij. Net zoals ik niet zo lang terug, weten hele massa's nazaten er niet van en zeker onze kinderen niet. Ik heb twee in huis wonende, tienerkinderen, de één op de middelbare school, de andere op de hbo. Ze hebben nog nooit een stuk geschiedenis over Suriname of de slavernij op hun school behandeld gekregen. Ik zelf, ik werd een paar weken voor het eind examen havo in 1975, van school gestuurd omdat ik de geschiedenis juf onheus had bejegend, omdat ze maar één halve A4 aandacht besteedde aan de banden met Suriname. Dat was nota bene in het onafhankelijkheidsjaar, waarin je geen radio of tv, geen krant of tijdschrift kon open slaan of het ging over Suriname. Dat was meestal in negatieve zin over de enorme exodus daarmee verband houdend. Misschien dat u zich nog sommige krantenkoppen kunt herinneren waarin er bijv. door dominees uit Zeeland vanaf de kansel werd opgeroepen zich te verzetten tegen de komst van de zwarte duivel.......”
Perez Jong Loy gaat met zijn Vereniging Opo Kondreman onvermoeibaar door om het verhaal van de slavernijgeschiedenis zichtbaarder te maken. Onder andere door de kranslegging bij het huis van de burgemeester en dit jaar de optocht over de grachten op 1 juni. Bij die gelegenheid droeg zelfs de burgemeester de 1873 button. Ook was hij de drijvende kracht achter het standbeeld van Elieser bij de joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel. Hij blijft bescheiden over zijn activiteiten: “Nou moet u, na het bovenstaande gelezen te hebben, niet denken dat u met een of ander creatief of kunstzinnig genie te maken heeft. Ik weet zelf niet hoe ik op de ideeën ben gekomen. Het gebeurde gewoon. Ik kan er niets aan doen.”