In museumzaal 2 bevindt zich een tinloden plaatje uit de 14de eeuw, dat een aandenken is aan een pelgrimsreis naar de Duitse plaats Kranenburg, tussen Nijmegen en Kleef. Het insigne, een bruikleen van de Archeologische Dienst, werd in 1985 opgegraven bij de Amsterdamse Nes. Het heeft waarschijnlijk toebehoord aan een pelgrim die eerst Kranenburg bezocht en later Amsterdam, waar hij het heeft verloren. Het op het eerste gezicht wat rommelige insigne laat zich (als je het uitvergroot) lezen als een stripverhaal.
#020today: Het wonder van Kranenburg
Het is 1280. Tijdens de Paasmis ontvangt een schaapsherder de heilige communie (rechtsboven). Het lukt de arme jongen niet om het gezegende stukje brood door te slikken. Na de mis trekt hij het Rijkswoud in waar hij de hostie verstopt tussen twee takken, hoog in een holle eikenboom (links). Terug bij zijn schaapjes, krijgt de jonge herder berouw. Hij gaat naar de kerk, biecht zijn zonde op en wijst zijn biechtvader de weg naar de schuilplaats. Deze klimt in de bewuste eikenboom. Juist als hij zijn arm uitstrekt om de hostie te bergen, schiet deze onder zijn handen verder de holle boom in. De pastoor is machteloos; de hostie onbereikbaar. Teleurgesteld keren de mannen terug naar huis.
Zo’n 28 jaren verstrijken. De hertog van Gelre schenkt de eens zo onfortuinlijke pastoor wat brandhout. Het uit het Rijkswoud afkomstige hout wordt gekapt en gekloofd. Groot is de verbazing als er bij de eerste klap een 80 centimeter groot houten beeld uit de boom rolt (rechts). De geconsacreerde hostie is uitgegroeid tot een beeld van de gekruisigde Christus. Het nieuws van de wonderbaarlijke metamorfose verspreidt zich als een lopend vuurtje. Vele pelgrims vinden de weg naar Kranenburg. Het kleine stadje groeit uit tot het grootste bedevaartsoord in het hertogdom. Het beeld wordt er nog altijd vereerd.
Suzette van ’t Hof, Amsterdam Museum
Kijk hier voor meer informatie over dit object