In deze blog vertelt conservator Thijs Boers over het ontstaan van Ons’ Lieve Heer op Solder.
Katholiek erfgoed
In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een getekend portret van de pastoor en rector van het Begijnhof, Bernard Klönne (1834-1921). Hij stond aan de basis van de Stichting Amstelkring, die zich ten doel had gesteld om het rooms-katholieke erfgoed van Amsterdam te verzamelen. De eerste vergadering van de stichting vond plaats op 19 december 1883 in de pastorie van het Begijnhof. De andere bestuursleden waren allen afkomstig uit de katholieke elite van die tijd.
Huiskerk ‘t Haantje
Middels een nieuwsbrief gericht aan alle katholieke Amsterdammers probeerde men "het verborgene op te sporen, het verstrooide bijeen te voegen en zoodoende eene verzameling tot stand brengen, waarin het katholiek verleden van Amsterdam zich afspiegelt". Een jaar na de oprichting kwam tijdens een vergadering ter sprake dat huiskerk ’t Haantje (nu Museum Ons’ Lieve Heer op Solder) gesloopt zou gaan worden. Na voltooiing van de nieuwe St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade was er geen functie meer voor ‘t Haantje.
Zolderkerk wordt museum
Klönne vond dat er ingegrepen moest worden. Eén van de belangrijkste taken van de stichting was immers om katholieke monumenten te beschermen. Bovendien bleek ’t Haantje een ideale plek om de verzameling van de stichting onder te brengen. Op 7 februari 1887 was het zover; men kon overgaan tot de aankoop van het huis met zijn zolderkerk. Iets meer dan een jaar later werd het museum officieel geopend, op 24 april 1888. Vanaf dat moment was het elke dag van de week te bezoeken voor publiek: door de week betaalde men een kwartje, op zondag 10 cent.
Voor nadere gegevens over Ons’ Lieve Heer op Solder klik hier.