Nachtelijke wandeling
In 1880, als de neogotiek hoogtij viert, komt de katholieke Joseph Lousberg in aanraking met een aantal ietwat dubieuze documenten en mondelinge overleveringen waarin een middeleeuwse Sacramentsprocessie ter ere van het Mirakel van Amsterdam beschreven en besproken wordt. Een jaar later loopt hij de daaruit gedestilleerde route samen met zijn vriend Carel Elsenburg na. In het holst van de nacht, in gepaste stilte om zo min mogelijk aanstoot te geven. Er sluiten zich nog twee vrienden bij hen aan. Adriaan Apol en Henri de Veer. De nachtelijke wandeling wordt een jaarlijks terugkerende traditie onder vrienden. Totdat Bernardus Klönne, mirakelvereerder bij uitstek, rector van het Begijnhof, in 1886 in het rijke Begijnhofarchief op een ooggetuigenverslag stuit en zijn vondst met Lousberg deelt. De route heeft nu een historische basis maar dat niet alleen hij blijkt nog vrijwel geheel intact te zijn. De stille ommegang overstijgt al snel het vriendenclubje en groeit uit tot een nationale tocht, die gelopen wordt in de nacht van zaterdag op zondag na het feest van het mirakel, tenzij Pasen vroeg valt..
De route
Wat kreeg de heer Lousberg onder ogen?
Op 16 december 1651 laat de 91-jarige Agatha Hendrix Loen haar zoon, in het bijzijn van getuigen, haar `Memorie van de Processie van ´t H. Sacrament van Mirakel uit de Heyligher Stede tot Amsterdam´ optekenen. Zij verklaart dat zij door ouderdom gekweld een beetje bleek ziet maar dat zij desondanks ´haar verstand ende memorie´ wel behouden heeft. `Godt lof´. Ze beschrijft hoe de mirakelhostie ´devotelijck en solemneel´ door de straten van Amsterdam gedragen wordt.
Het startpunt van de processie is de Heilige Stede. De schare gelovigen begeeft zich van daaruit via de Kalverstraat in de richting van de Dam. Er wordt halt gehouden voor aanbidding van en een zegening met het Heilige Sacrament. De monstrans met de mirakelhostie wordt op een ton in de vorm van een ‘cleijn aaltaer’ geplaatst. Via de Nieuwendijk en de Raamskooi trekt de stoet naar de Nieuwebrug. Op de Nieuwebrug worden de schepen gezegend met het Allerheiligste om bij de Allerhoogste een behouden vaart te bepleiten. Vervolgens trekt de stoet via de Warmoesstraat door de Nes en de Langebrugsteeg, over de Langebrug en door de Taksteeg weer terug, naar de Kalverstraat, waar nog drie keer om de Heilige Stede heengelopen wordt. Daarna wordt de monstrans met haar kostbare inhoud teruggeplaatst in het tabernakel. Opmerkelijk is, dat de Nieuwebrug in meer dan één opzicht een schakel tussen de oude en de nieuwe zijde vormt. Op het midden van de brug wordt het Sacrament door de pastoor van de Nieuwe Kerk overgedragen aan de pastoor van de rivaliserende Oude Kerk.
De Alteratie
Op 19 maart 1578 wordt de allerlaatste processie gelopen, kort voordat het katholieke bestuur van de stad op 26 mei van datzelfde jaar letterlijk aan de dijk gezet wordt. Agatha is 18 jaar en Amsterdam is protestants.
Voor meer informatie en de aanvangstijd verwijzen we je graag naar de website van het Gezelschap van de Stille Omgang.