De Stopera heeft zo’n speciale betekenis voor Abel omdat hij hier al ongeveer tien keer voor een groot publiek heeft opgetreden. Zijn eerste optreden was in mei vorig jaar. ‘Het is een wereldpodium, want er staan artiesten van over de hele wereld. En als je daar dan als kind mag staan, dan is het ook heel gaaf.’
De Stopera is een tegenhanger van het typische beeld dat toeristen vaak van Amsterdam hebben. ‘Ik denk dat veel mensen, als ze aan Amsterdam denken, aan wiet denken. Heel veel mensen houden niet van opera of klassieke muziek. Maar het is wel een gebouw dat bij Amsterdam hoort. Als je het weg zou halen of het zou failliet gaan, zou het wel veel doen met heel veel mensen.’
Het Amsterdam Museum zou aandacht aan deze plek moeten besteden, vooral om openheid en aandacht rondom het onderwerp klassieke muziek te creëren. ‘Omdat ik Vans draag denken mensen dat ik naar Lil Pump en dat soort mensen luister, maar als ik mijn telefoon omdraai, zien ze dat de helft van mijn afspeellijst volstaat met klassieke muziek.’ Abel denkt dat veel mensen in eerste instantie niet van klassieke muziek houden, maar wanneer ze er mee in aanraking komen, ze er toch voor open staan.
In zijn omgeving zijn er meer jongeren die van klassieke muziek houden, maar die durven er soms niet openlijk over te praten omdat zij bang zijn ermee gepest te worden. Abel heeft zelf ook weleens negatieve reacties gekregen, maar hier besteedt hij geen aandacht aan. Hij richt zich liever op alle positieve mensen om zich heen die hem steunen. Hij zou het dan ook een goed idee vinden als er meer schoolklassen naar operavoorstellingen gaan. Zo kunnen ze ook de rode loper, de posters en de fotomuur zien, spullen die ook mooi zouden passen in een museum.
Een carrière als operazanger ziet Abel niet per se zitten. Niet alleen is het een ongelofelijke uitdaging om professioneel operazanger te worden, er wordt ook steeds minder geld aan besteed. ‘Misschien wil ik wel bij het volwassenkoor van de Nationale Opera, voor erbij. Maar zelf wil ik banketbakker worden.’