Nergens in Europa werken zoveel zilversmeden als in de Republiek. Alleen al in Amsterdam wonen er 400. Zij controleren de kwaliteit van gouden en zilveren munten en maken luxevoorwerpen voor boeren, kooplieden en vorsten.
Door de dominante positie van Amsterdam in de handelswereld en door de toevloed van Spaans zilver spelen de Amsterdamse Wisselbank en de handelaren eromheen een cruciale rol in het bepalen van de waarde van zilver. Omstreeks 1650 komt jaarlijks ruim 15 miljoen gulden (nu meer dan 130 miljoen euro) aan Spaans edelmetaal naar de Republiek. Het wordt als muntgeld of als zilverbaren weer uitgevoerd. De Republiek koopt met Spaans zilver goedkoop in: Chinees porselein, Pools graan of Franse wijn. Het zilver brengt een op geld en op waardepapieren draaiende wereldeconomie in een stroomversnelling en versterkt de Nederlandse welvaart. Bij instellingen en particulieren stapelen contant geld, cheques, aandelen en obligaties zich op in met ijzer beslagen kisten. Tot het einde van de 18de eeuw is de gemiddelde Nederlander welvarender dan een Engelsman.