Ik vraag iedereen die ooit in Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam geweest is, hoe ze het vonden. Dat leidt tot mooie verhalen en interessante discussies. Historicus Leo Balai heeft veel persoonlijke herinneringen aan Fort Nieuw Amsterdam. Hij woonde in de jaren 1962-1966 in het dorp Nieuw Amsterdam vlak bij het huis van de Districtscommissaris. Zijn moeder was vroedvrouw in Commewijne en soms vergezelde hij haar op nachtelijke tochten. Leo heeft mooie herinneringen aan Nieuw Amsterdam.
Vestingstad
Leo vond het bijzonder dorp, omdat het aan de monding van twee rivieren ligt. Ook de ruimtelijke vorm van het gedeelte waar nu het Openluchtmuseum is (het voormalige fort, daarna gevangenis) is bijzonder. Het was een echte vestingstad met stervormige opzet met sluizen. Leo vertelt: “Het was een hele tocht om van Nieuw Amsterdam naar school in Paramaribo te gaan. Eerst met een korjaal de rivier over, vervolgens twee maal met de bus, eerst naar Paramaribo en daarna naar mijn school op Zorg en Hoop.” Met Leo had ik het ook over de gevangenen. Hij zag ze wel lopen, want ze werkten in het dorp, ‘in wat je nu de groenvoorziening zou noemen’. In Leo's herinnering liepen de gevangenen met ijzeren kettingen om hun enkels als zij buiten moesten werken, maar dat weet hij niet zeker meer. Wat de verschillende gevangenen hadden misdaan, wisten de meeste dorpsbewoners niet. Het zou mooi zijn om gegevens over de gevangenen van het Fort te verzamelen en te tonen. Wie waren de mannen die in deze cellen gezeten hebben?
Uitwaaien
Bij de opening in Galerie 23 praat ik ook met Kees Hulsman, die vaak in Suriname komt en met belangstelling de discussies over het slavernijverleden volgt. Kees en ik hebben samen in het bestuur van het Verzetsmuseum gezeten en we hebben het vaker gehad over het belang van musea. Ook hij zou het mooi vinden als er meer over de gevangenen verteld zou worden bij de cellenblokken. “Aan de hand van het Fort kan je het ook hebben over heel veel aspecten van de Nederlandse aanwezigheid in Suriname, naast slavernij ook bijvoorbeeld de behandeling van gevangenen.” Geschiedenis mag belangrijk zijn, voor Kees is Fort Nieuw Amsterdam ook een heerlijke plek om op zondag uit te waaien.
Authentiek
Met Jaap Hoogendam, journalist bij de Parbode, en ook aanwezig op de opening in Galerie 23, spreek ik over het overbrengen van gebouwen van elders, zoals de Brandon blikslagerij, die vanuit Paramaribo naar het Fort is overgebracht. Wat is authentiek? Wat moet je doen met 18de eeuwse elementen, zoals de windmolen? Stel dat er al geld voor was, opnieuw opbouwen? In Amsterdam bleek herbouw van de Haringspakkerstoren een stap te ver. “Wat op het grote terrein stond is grotendeels weg (ik ken de plattegrond van vroeger), jammer wel.”