De Groene Kamer opgesteld bij het Stedelijk Museum Amsterdam, ca. 1972.
In mijn verslag (download) wordt het onderzoek van de Groene Kamer én de terugplaatsing van de schoorsteenboezem en schoorsteenmantel beschreven - de belangrijkste en meest gedecoreerde elementen van dit interieur. De plaatsing van een historisch interieur is altijd een buitengewoon arbeidsintensief proces, maar het eindresultaat mag er wezen.
De groene kamer in de westvleugel van het SMA (ca. 1920), met aanvankelijk links van de schouw een doorgang. Na de tweede inbouw van 1948 in de oostvleugel van het SMA zou de doorgang zich rechts van de schouw bevinden.
Schoonmaak van de interieuronderdelen door Thijs van de Gevel.
Aanvoer van de houten onderdelen van de boezem.
Plaatsing van de gerestaureerde marmeren schoorsteenmantel. Steenrestaurator Tobias Snoep en collega’s waren verantwoordelijk voor de restauratie en inbouw van de schoorsteenmantel. Ook is door hen het ontbrekend stucwerk bij het plafond aangeheeld.
Schoorsteenmantel en schoorsteenspiegel van de Groene Kamer tijdens de opbouw door Snoep en Vermeer.
Er werd een kopie geplaatst van het schoorsteenstuk van Jacob de Wit uit 1732 (obj.nr KA 16012). Zichtbaar is hoe hij met de natuurlijke lichtval in de kamer rekening hield. De ramen zitten links van de schouw; de schaduwen in het geschilderde reliëf zijn dus rechts van de figuren. Bovendien heeft de Wit de schaduw geschilderd van het lijstwerk rond het schoorsteenstuk.
Interieuronderzoekers-restauratieschilders Karin van der Lem en Martine Postuma de Boer leggen de laatste hand aan de afwerking van de boezem.
Restaurator Jaap Boonstra werkt af.