De Nederlandse cartografie kwam in de zeventiende eeuw tot grote bloei. Vooral voor de handelsmissies van bijvoorbeeld de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) naar verre landen was er grote behoefte aan goede land- en zeekaarten. Amsterdam speelde daarbij als productieplaats van kaarten en atlassen een centrale rol. Het graveren van kaarten was een vak apart, waarvoor specialisten werden aangetrokken. Jan en Casper Luyken waren dit niet. Zij verzorgden vooral de decoraties op de kaarten, zoals titelvignetten en kleine details binnen een kaart. Hierin beelden zij bij voorkeur specifieke kenmerken van het desbetreffende land uit, zoals indianen in een titelvignet van een kaart van Amerika, een leeuw op een kaart van Syrië en Egypte of een schip op een kaart van Sicilië. Daarnaast werkten de Luykens ook mee aan de totstandkoming van onder meer het Stedeboek van Italië, en enkele historische atlassen.