Het was goed om voorafgaand aan de investeringsmissie met cultureel spoor (zie deze blog) deel te nemen aan de interessante discussies en de indrukwekkende verhalen te horen over verschillende eilanden in het Caraïbisch gebied. Het Confronting Caribbean Challenges project focust op politieke kwesties: hoe hebben politieke veranderingen en intensieve migratiebewegingen invloed gehad op historisch gegroeide identiteiten? Het onderzoek gaat proefschriften en gedegen studies opleveren, maar ook direct toepasbare kennis. Zo leverden de bestudeerde bronnen het verhaal van slavin Quashiba, die in 1835 met haar kinderen ontsnapte van Sint Maarten. Binnenkort krijgt zij een straat naar zich genoemd op IJburg. Het onderzoek levert ook inzichten op over postkoloniale relaties na het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen op 10-10-10. KITLV-directeur Gert Oostindie liet aan de hand van opinieonderzoeken over zelfstandigheid zien dat een grote meerderheid met het hoofd kiest voor bij Nederland blijven horen. Het hart zegt vaak iets anders. En dat heeft veel te maken met onvoldoende respect van Nederland en Nederlanders voor lokale culturen.
Koninkrijk
Prof dr Alex van Stripriaan presenteerde het tweede NWO project: Traveling Caribbean Heritage. Daarin ligt de focus op erfgoed: wie bepaalt wat erfgoed is, hoe wordt omgegaan met omstreden erfgoed zoals tambú, en wat is de relatie met nation building en nation branding? Aruba bijvoorbeeld presenteert zich als ‘One happy island’ waar gastvrijheid tegenover toeristen en schoon houden van het eiland de norm is. De begrippen identiteit en identificatie vallen regelmatig. Ik heb nog nooit zo vaak het begrip Koninkrijk gehoord als op Curaçao. De verhoudingen tussen staatkundige eenheden als Koninkrijk, Nederland en Europa zijn buitengewoon gecompliceerd. Dat besef maakt een verblijf op het eiland zeer waardevol.
Zwemmen bij de plantage
We zitten in het Bario boutique hotel, een aantal oude huisjes die samengevoegd zijn tot een hotel, dat nog steeds voelt als een straatje met een plein. De gesprekken bij het ontbijt en avondeten gaan in een mix van Papiaments, Nederlands, Engels en Spaans. De informele contacten leveren net zoveel inzichten op als de workshop-bijeenkomsten. In de huurauto waarmee we naar de universiteit heen en weer rijden, zitten naast mij, de Parijse Martiniquaan Malcom, Felicia met Curaçaos-Britse roots en Tibisay met Venezolaans-Arubaanse achtergrond. We wisselen onderzoekservaringen uit en kennis over onze landen. Op zondag rijden we een stukje van de Tula trail. Felicia, Tibisay en ik vertellen Malcom, die inderdaad vernoemd is naar Malcolm X, over deze Curaçaose vrijheidsstrijder.
De geschiedenis van de eeuwenlange koloniale betrekkingen ligt voor het oprapen. We zwemmen bij het strand van PortoMari, waar ooit de plantage Rif Sint Marie lag. Ik ben het boek Zoutrif over de geschiedenis van dit ‘schuldige landschap’ aan het lezen. Tibisay verraadt haar Arubaanse roots niet. Ze raapt wat rommel van de parkeerplaats bij het strand op en gooit het in een vuilnisbak. De aanwezigheid van mensen van de andere eilanden van ‘het Koninkrijk’ en van ‘het zevende eiland’ – de Antilliaanse gemeenschap in ‘Nederland aan de Noordzee’ doet me beseffen hoe intensief de banden en uitwisselingen tussen de eilanden zijn. Maar ook hoeveel zorgen deze betrokken onderzoekers zich maken over het gebrek aan empathie en solidariteit vanuit ‘Nederland aan de Noordzee’.
Wiki goes Caribbean
In het Traveling Caribbean Heritage project werken meer onderzoekers die wonen op de eilanden en het is ook sterk gericht op de erfgoedpraktijk. Zo wordt het schrijf-monopolie van witte oudere mannen doorbroken met Wiki goes Caribbean. Er is een reizende fototentoonstelling gemaakt, waarbij kinderen en ouderen hun associaties geven bij historische foto’s van kinderen. Arubaan Luc Alofs vertelt over een inspirerend erfgoed project waar kinderen als etnografen op zoek gingen naar de praktijk en betekenissen van gaita muziek. Valika Smeulders doet verslag van haar eigen erfgoed praktijk als een van de conservatoren van de komende slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum. Hoe vertel je het verhaal dat niet of nauwelijks in het dominante narratief, noch in de collectie van het Rijksmuseum gerepresenteerd wordt, maar wel in orale tradities?
Ecologie en migratie
Ook ecologie en de klimaat crisis komen aan de orde. Het Caraïbisch gebied, deels in de orkaanzone, is extreem kwetsbaar. Malcom Ferdinand biedt een mooie metafoor. Naast de Ark van Noach, het symbool voor het redden van zoveel mogelijk soorten, plaatst hij het in het Caraïbische gebied betekenisvolle beeld van een slavenschip en hij stelt de vraag: hoe gaan we met elkaar om ín de boot? Ook houdt hij een pleidooi voor meer interdisciplinariteit tussen de hard sciences en de social sciences. Migratie is ook een belangrijk thema. Curaçao en de andere eilanden hebben een geschiedenis van (gedwongen) migratie en er zijn heel veel tijdelijke verplaatsingen tussen de eilanden en het vasteland, zowel van Zuid-Amerika als van Europa. De recente crisis in Venezuela heeft grote gevolgen voor de ABC-eilanden. De Venezolaanse barken die groenten verkochten langs het Waaigat, komen niet meer. Gerardo Gonzales vertelt over zijn onderzoek naar de vluchtelingen uit het eens rijke buurland die nu in grote getale naar de eilanden voor de kust komen. De grenzen van het Koninkrijk Nederland zijn niet alleen Duitsland en België, maar ook Venezuela.
Connecting the dots
De onderwerpen en onderzoeksdisciplines die aan de orde komen zijn zeer divers, van data science en bronnenonderzoek tot etnografie, maar juist die interdisciplinariteit leidt tot connecting the dots. Identiteit of liever identificatie komt in veel presentaties terug. In de groepsdiscussie met de indrukwekkende Mary Rose Allen als voorzitter blijkt veel ‘self reflexivity’; hoe kan je post-koloniale gevoelens vatten, hoe je kan luisteren naar de stiltes? Hoe zit het met de gevolgen van het koloniaal verleden in het heden? Hoe werk je samen met communities in situaties waar het antwoord ook afhangt van wie de vraag stelt?
Maar het gaat ook over de wetenschappelijke praktijk. Binnenkort komt er weer een nieuwe aanvraagronde van NWO. Wie krijgt projecten? Hoeveel ervaring moet je eigenlijk hebben? In onze auto met drie jonge onderzoekers die hun PhD net afgerond hebben of ermee bezig zijn is het ook een van de gespreksonderwerpen.
Olifant in de kamer
Malcom Ferdinand sluit de workshop af met een ander perspectief, dat van iemand die geboren is in La France d’Outre-mer. Martinique is een frans department en het horen bij Frankrijk lijkt vanzelfsprekender dan de relatie Nederland-Curaçao en de andere eilanden. Inmiddels heeft hij ook het leven in Parijs ervaren. Hij roemt het streven binnen de NWO-projecten naar engagement met gemeenschappen en het werken in de publieke ruimte. Dat komt hij in Frankrijk veel minder tegen onder academici. Als enige benoemt hij tot slot de ‘olifant in de kamer’: “Waarom praten jullie niet over reparations, herstelbetalingen? At the start of all this was a crime”. Reparations, zegt hij, gaan niet alleen over geld, maar vooral over justice, rechtvaardigheid en dat betekent ‘a different narrative’. Daar zijn alle aanwezigen wel hard mee bezig, ieder op zijn of haar eigen manier.
‘Gouden Eeuw’
Het was goed, ook in relatie tot het twinning project in Suriname, om een paar dagen met de Caraïbische en Nederlandse onderzoekers door te brengen. Iedereen was natuurlijk razend nieuwsgierig naar onze ‘gouden eeuw kwestie’. Daarover en over de manier waarop het Amsterdam Museum omgaat met de koloniale geschiedenis en met het slavernijverleden heb ik daarom op woensdag nog een presentatie gehouden. Die dag werden ook de connecties met de investeringsmissie gelegd door een gesprek tussen de erfgoed onderzoekers en Gunay Uslu en Charlie Smid van Corendon en een ontvangst op de Nederlandse vertegenwoordiger. Maar daarover dus meer in de blog over de investeringsmissie.