Ik zat als klein jongetje op voetbal in Woudenberg. Met het wereldkampioenschap van ‘74 voor de deur ging mijn vader regelmatig naar Zeist om een oefenwedstrijd van het Nederlands elftal bij te wonen. Hij gaf zich dan uit als "bestuurslid" van de tegenpartij. Op een avond mocht ik als “het zoontje van” mee naar een oefenwedstrijd. Toen we door Zeist reden zagen we Johan tot onze verbazing gewoon langs de kant van de weg staan met z’n handen in de achterzakken van z’n broek. Daar stond hij, gewoon in een trainingskloffie. ”Verrek dat is Cruijf!”, riep ik. Mijn vader bedacht zich geen moment, keerde de auto om en reed terug. Er volgde een gesprek over de wedstrijd en mijn vader vroeg hem of hij niet moest voetballen. Voorover gebogen met zijn hoofd bij het raam waar ik zat vertelde Johan dat hij die middag al had gespeeld. Met Johan zo dichtbij kon kon ik geen woord meer uitbrengen. Mijn vader vroeg om zijn handtekening voor mij. Deze hangt nog altijd ingelijst bij mij thuis aan de muur.
Een hele tijd later, toen Cruijff net was vertrokken bij Ajax en trainer werd bij Barcelona, oefende hij met zijn elftal in Zwolle. Voordat de wedstrijd begon besloot ik nog even een progammaboekje te kopen. Wonder boven wonder liep ik Johan Cruijff (met een klein gevolg) weer tegen het lijf. Ik volgde het goede voorbeeld van mijn vader destijds, bedacht me niet, liep op hem af en schudde Johan de hand. Door mijn hoofd schoot "wat is dat mannetje klein" en "dat kleine mannetje was de allerbeste voetballer ter wereld" en "jeetje, ik sta tegenover een legende!”. Hoewel zijn gevolg duidelijk liet merken dat zij liever met Johan naar het aangrenzende hotel ging voor een hapje en een drankje, nam Johan de tijd voor mij. Toen hij weer werd aangespoord om door te lopen zei hij zelfs: “ik sta net even lekker te praten met deze jongen". Na een paar minuten moest Johan er helaas toch vandoor. Ik wenste hem veel succes met en bij Barcelona. Hij bedankte me drie keer (!!) en gaf me wederom een hand, toen vervolgde hij zijn weg naar het hotel. Toen ik later weer op de tribune zat kon ik nauwelijks geloven dat ik dit werkelijk had meegemaakt. Wat een bijzondere man. Johan van harte gefeliciteerd!