Vol trots vertelt Yvonne over haar kleding: de koto is gemaakt van madras-ruit, een stof die ze in de Amsterdamse Poort heeft gekocht en die oorspronkelijk uit India komt. Ze heeft hem hier laten maken. Het is een moderne koto omdat hij niet vastgebonden is met een touw en het losse pandje er bovenop gestikt is. De rand is bewerkt, mooi geschelpt. De onderjurk heeft dezelfde motieven. Het bovenstuk, de jak, is van dezelfde stof maar anders geschulpt dan de onderrok.
De doek is een schouderdoek, om het extra feestelijk te maken. Rechts achter de elastieken rand van de rok hangt een ‘Nederlandse zakdoek’. “Die zit gewoon los," zegt Yvonne “daar kan je ook mee zwaaien naar iedereen.” De angisa is een moderne versie van een pauwstaart. De hoofddoek is door een tante gemaakt.